Bart Nijman

Foto: Charlotte Wolters

Door: Robbie Wolters

Bart werd in 1928 geboren in Doetinchem. Na zijn middelbare school volgde hij een opleiding tot instrumentmaker in zijn geboorteplaats, die hij in 1946 met succes afrondde. Tijdens zijn jeugd ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Gerda Suselbeek, bij de familie Huunder in het pand aan de Hoofdstraat 54 & 56 in Terborg. Gerda was een dochter van de familie Suselbeek van het carrosseriebedrijf Suselbeek in Silvolde. Samen kregen zij drie kinderen en vormden zij een warm gezinnetje.

Na het behalen van zijn diploma werkte Bart bij verschillende werkgevers. Onder andere was hij actief bij Vulcaansoord, waar hij werkte in de gereedschapmakerij en de tekenkamer. Tijdens die periode maakte hij kennis met Gijs van Oord, die hem later vroeg om bij Hendré te komen werken. Hendré was een bedrijf dat zich bezighield met het bouwen van zijladers en vorkheftrucks, de eigenaar was Hendrik Drenth.

Bart vertelt dat toen hij in 1960 begon bij Hendré in Gaanderen, de werkplaats nog behoorlijk rommelig was. Het bedrijf bouwde voornamelijk voertuigen met verbrandingsmotoren, waarbij nog met mallen werd gewerkt. Veel werknemers konden geen tekeningen lezen en de voertuigen werden per stuk geproduceerd. Bart bracht orde in de productie door alles op tekeningen over te zetten. Deze tekeningen waren herbruikbaar en zorgden voor een meer uniforme productie. Hij werkte vaak aan twee machines tegelijk en bouwde motoren met vooraf in elkaar gezette hulpstukken. Ondanks dat collega’s eerst sceptisch waren, waren ze telkens weer verbaasd dat alles precies paste. Naast voertuigen met verbrandingsmotoren begon het bedrijf ook elektrische voertuigen te ontwikkelen.

In een kleine tekenkamer van ongeveer 15 vierkante meter werkte Bart samen met Dick Wensink (van de administratie) en Louis Bussink. Toen de werkdruk toenam, werd er een ruimere tekenkamer gehuurd, inclusief een buiten toilet dat zich achter twee struiken bevond. De testen van de zijladers en heftrucks werden uitgevoerd door het apparaat een stapel hout te laten optillen vlak voor een muur, zodat het niet om kon vallen. Vervolgens gingen de voertuigen voor een testrit naar Terborg, bij de terugreis werd een hellingproef gedaan bij de villa’s op de Paasberg om te kijken of de voertuigen een heuvel konden bedwingen. Vooral in de winter, bij glad weer, was dit altijd spannend: de voertuigen konden wegglijden.

Bart deed ook servicewerkzaamheden bij Hendré. Zo kwam hij eens bij een houthandel in Alphen aan de Rijn, waar hij een storing niet snel kon vinden. Hij werkte die avond tot 23.00 uur door en heeft een pedaal verkeerd om aangesloten, waardoor het voertuig voorwaarts reed in plaats van achteruit. Tijdens het proefrijden reed hij per ongeluk door de wand van het bedrijfsgebouw en nam de dakgoot en een stapel hout mee.

In 1964, bij de verhuizing van Hendré naar Silvolde, werd Bart chef van de tekenkamer. Hij kreeg een groot kantoor, waar hij samen werkte met Ad Arentsen, Louis Bussink en Jan te Kloeze. Jan had dezelfde hobby als Bart: jagen. Hendré kwam in contact met Al Del van Aluminium Delfzijl, wat leidde tot de ontwikkeling en bouw van een speciaal voertuig. Ook werden op andere afdelingen machines en voertuigen voor houttransport en houtstapelen ontworpen.

In 1970 voelde Bart de drang om voor zichzelf te beginnen. Hij nam ontslag en begon voor diverse opdrachtgevers te werken. Ad Arentsen was inmiddels vertrokken naar Cavee, een bedrijf van Kramp. In 1972 richtten Bart en Ad samen het bedrijf Nijman Arentsen op in een ruimte van 50 vierkante meter aan de Stationstraat in Terborg. Johan Wildenbeest was een van de eerste medewerkers en zou later de langst dienende werknemer worden. Het eerste kerstpakket van Nijman Arentsen was een kalkoen die door het personeel zelf was geslacht in de fabriek van Bart en Ad.

Het bedrijf groeide snel. Klanten zoals HCI, Kramp en Waterkracht waren vanaf het begin betrokken. In 1975 kregen ze via Kramp een stuk grond, waar ze een hal van 800 vierkante meter bouwden aan de Aaltenseweg in Varsseveld. Een bijzonder voorval was een brandje in de buitenverlichting; een schade-expert zag plots een zwarte vlek op de gevel die er eerst niet was. De schade was verzekerd, maar de vlek bleek de volgende dag weer verdwenen te zijn, een schaduw die alleen in de middagzon zichtbaar was.

In 1982 verhuisde het bedrijf naar een nieuwe locatie aan de overkant van de Aaltenseweg, waar een hal van 1600 vierkante meter werd gebouwd. In 1987 werd deze hal vergroot tot 3000 vierkante meter.

In 2000 nam zijn zoon het bedrijf over. Bart gaf toen nog een waardevol advies mee aan startende ondernemers: “Wordt niet te technisch; als je iets wilt verdienen, kun je het beste kruiwagens met één wiel maken. Daar heb je geen nazorg of servicepersoneel voor nodig.”

Bij de overdracht van het bedrijf kreeg Bart een bijzonder afscheidscadeau: een door het personeel gemaakt vliegtuig, dat na de verhuizing naar de Schuijlenburg daar nog steeds tussen de bomen hangt.

Bart woonde nog lang zelfstandig op De Schuijlenburg, waar hij dagelijks contact had met buren en vrienden. Hij maakte veel fietstochten door de natuur en bleef actief. Zijn compagnon Ad Arentzen is in 2010 overleden. Zijn vrouw Gerda Nijman Suselbeek overleed in 2016, en Bart volgde haar in 2020.

Naast zijn technische en zakelijke bezigheden had Bart ook een creatieve kant. Hij had teken- en schildervaardigheden en verzorgde in het begin het reclamewerk voor het carrosseriebedrijf van zijn zwagers, vooral het schilderen van rozen op vrachtwagens die bloemen vervoerden. Hij ontwikkelde zijn kunstenaarschap verder bij een schildersclubje, waarbij hij met plezier landschappen en gebouwen schilderde, vooral tijdens uitstapjes naar Limburg. Hij bracht ook meerdere boeken uit met tekeningen en aquarellen, waaronder een over de rivier de Oude IJssel, getiteld Stroomafwaarts uit 2006. Een bijzondere ontmoeting was in 2015, toen Marja Bergevoet samen met Bart een boottocht met de Iesselganger maakte en Bart haar vertelde over zijn liefde voor de rivier.

Bart schreef ook verhalen, verzameld in het boek Woar of niet woar, waarin hij grapte dat je niet alles moest geloven wat je las. Hij heeft nog volop genoten van zijn jaren op de Schuijlenburg, waar hij zelfstandig woonde, met iedereen een praatje maakte en veel fietstochten maakte door de natuur.

Ingrid Steverink-Winters kende Bart en zijn vrouw Gerda als hele fijne eenvoudige, aardige mensen. Bart was jager en was lid van de kleiduiven- schietclub in Azewijn.

Hij was ook lid van de schuttersvereniging, waar hij viermaal de titel “Koning van Willem Tell” behaalde (1979, 1992, 1995 en 2008). Hij was beschermheer van de vereniging en samen met zijn zoon maakte hij voor de opening van het nieuwe schuttersgebouw een kleurrijk tegelmozaïek van Willem Tell, de Zwitserse held waarnaar de vereniging is vernoemd.

Daarnaast was Bart actief bij de carnavalsvereniging en schonk deze carnavalsvereniging een boom voor de tuin van de Schuijlenburg, die helaas enkele jaren later door tuinlieden werd omgehakt. Toen hij dat hoorde, mocht hij zelf een nieuwe boom uitzoeken, die nu nog steeds bij de ingang van de locatie staat.

Kortom, Bart was een veelzijdig persoon met een rijke levensloop, die zowel op technisch, creatief als sociaal vlak veel betekend heeft voor zijn omgeving.

===========
 

 

 

 

Bij de overdracht van zijn bedrijf had het personeel een vliegtuig voor Bart gemaakt, 
na de verhuizing naar de Schuijlenburg is het vliegtuig opgehangen op het buitenterrein. 

De dubbeldekker van Bart Nijman tijdens de lichtshow oudjaarsdag bij de Schuylenburg.

 

 

SilvoldePediA
Hoofdstraat 85
7061 CH Terborg
E-mail: robbiew52@gmail.com