Boterweg 073, fam. Mariët, fam Helming

familie Mariët, familie Helming

 

Marietje Mariët vertelt op 90 jarige leeftijd op 23 april 2019.

John Liebrand maakte de foto’s en Robbie Wolters het verhaal.

Mijn vader en moeder waren Johannes Henricus Mariët en Aleida ter Beek.

In 1926 bouwden ze het huis met het huidige adres Boterweg 73. Nadat de bouw begonnen was ging de bank failliet. Chrisje te Leuk die in de Prins Bernhardstraat woonde was bereid een lening te verstrekken zodat de bouw afgemaakt kon worden.
We waren met negen kinderen: Betsy, Theo, Annie, Marietje, Willemien, Cilia, Trees en de tweeling Jan en Henk.

Ik ben er 90 jaar geleden geboren en wat ik mij er vanuit mijn jeugd van kan herinneren is dat je vanuit hier naar de Kroezenhoek kon kijken. In de winter kon je zo vanuit ons huis wegschaatsen. De Boterweg was toen een zandweg.
Vooraan de Boterweg woonde de familie Engel op nummer 49 (Paosaovond) en aan de overzijde Bourgondiën in een dubbel huis, die hadden een koe en daar kon je melk halen.
Op het eerste deel van de Boterweg, boven op de Bult bij de molen van Schepop, woonde Arentzen de stoelenmatter. Vroeger had je biezen matten als stoelzitting op knopstoelen en boerenstoeltjes, als de matten versleten waren werd er een nieuwe zitting op gemaakt.

Naast ons stonden nog geen huizen, de huizen van Liebrand en Holthausen zijn later gebouwd. Jan Keizer was met een évacué getrouwd en verhuisde vanaf het houten huisje aan de Berkenlaan, naar een nieuw gebouwd huis aan de overzijde van ons huis aan de Boterweg. 

   

Tussen de eierhandel van Borggreven en zuivelfabriek “de Eendracht” waren wij..

Bij Borggreven kon je voor een cent per stuk tikeieren kopen. De barst van de eieren had dan een tikje gehad en ze waren niet bruikbaar voor de handel. Verder was er achter de eierloods een stortplaats voor onbruikbare eieren. Voor de loods was een groot plein waar wij als kinderen speelden hier was ook een eigen pomp voor motorbrandstof.
De bazen waren Martin en Bert Borggreven, veel eieren moesten in de oorlog aan Duitsland verkocht worden, dat werd streng gecontroleerd.  Broer Wim Borggreven was getrouwd met mevrouw Ten Have en had een manufacturen zaak aan de Markt 11 in Silvolde, Annie Helming Schwartz was daar coupeuse en werkte in deze winkel.
Broer August Borggreven woonde in Terborg en was van beroep koopman in boter en eieren, hij was lid van de NSB.

Zuivelfabriek “De Eendracht” was aan het eind van de Boterweg, ik weet niet meer of je er iets kon kopen of dat er een winkeltje bij was. De heer Miedema kwam uit Friesland en werd directeur van de zuivelfabriek, bij zijn komst bracht hij Tinus Beekema met zijn familie mee. Beekema  werd machinist op de zuivelfabriek. De familie Beekema woonde achter het huis van de familie Rademaker, je moest daar een klein weggetje in naar Boterweg 114.
Het huis werd afgebroken om plaats te maken voor kleuterschool " 't Rakkertje ".
" 't  Rakkertje" verhuisde in 1981 naar de nieuwe school "de Plakkenberg", waar het kleuteronderwijs in drie klassen werd ondergebracht.

Regelink was de kolenboer aan het begin van de Boterweg op de hoek met de Ulftseweg en volgens mij getrouwd met een zuster van Gert Stoltenborg de kruidenier.
We kochten daar geen kolen dat deden we bij de Coöperatief, dan kreeg je 10% korting als je er ook boodschappen deed. Theet van Dillen was daar bedrijfsleider de winkel was aan de Ulftseweg 23.
Bij kruidenier Overkamp aan de Prins Bernhardstraat 79 kochten we alleen na sluitingstijd. Je kon daar achterom en dan “vergeten” boodschappen doen. Overkamp had goede klandizie aan de arbeiders van de zuivelfabriek en de melkrijders die er o.a. hun rookwaren kochten. Zoon Johan nam de zaak over.

In het pand waar later Daanen de winkel had in de Marktstraat zat slagerij Jan ter Beek. Toen Ter Beek er mee ophield kwam hier de viszaak van Jan Mulder (later groenteboer aan de Ulftseweg 6)
In de Prins Bernhardstraat was kruidenier Borggreven, later nam Frans Zondag de zaak over. Toen die stopte kwam tandarts Voltman erin en later tandarts Kwee.

Er waren twee voetbalclubs in het dorp een voor de protestanten dat was Zwart Wit Silvolde en een voor de katholieken dat was RKVVS. Mijn broer Theo speelde bij voetbalclub RKVVS, het voetbalveld was in de Kroezenhoek tegenover de tuinderij van Steentjes, ze hadden een Duitse oefenmeester een zekere heer Claus.
RKVVS bestond sinds 1936 en werd mede opgericht door kapelaan Collet. Theo vertrok na de oorlog naar Indië (Indonesië) en toen hij in in 1948 terugkwam waren RKVVS en Zwart-Wit gefuseerd. Uit deze fusie is sportclub Silvolde geboren. Theo was getrouwd met Trees Sprenkeler, de dochter van Willem Sprenkeler, de schilder van de Ulftseweg 34.

In het huis naast het Patronaatsgebouw aan de kant van de Prins Bernhardstraat woonde de familie Berendsen, een zoon werd pastoor in Breedenbroek en was tevens kunstschilder.

Mijn eerste baan was bij de familie Theet Mulder, ze woonden in de Kerkenstraat 2 aan de kant van de Prins Bernhardstraat op "Mulders Bultjen". Theet Mulder was boekhouder bij de Finish in Ulft en begon later een eigen boekhoudkantoor, mevrouw Mulder was naaister. Ik was daar in betrekking in oorlogstijd en verdiende er 2,50 per week. Er waren vijf kinderen twee zoons Willie en Theo en drie dochters Ellie, Hannie en Addie. Mevrouw Mulder heeft mijn trouwjapon gemaakt. Ik bleef er tot circa 1950 werken, toen ben ik een jaar bij mijn zuster in Amsterdam gaan werken. Later was ik in betrekking bij mevrouw Neppel aan de Keppelseweg in Doetinchem, mevrouw Neppel was in oorlogstijd vanuit Praag naar Nederland gevlucht. Willie en Theo namen later het boekhoudkantoor van vader over, na verloop van tijd ging ieder voor zich verder.
Er waren nog meer leden van de familie Mulder die houten kuipen maakten op "Mulders Bultjen".

Eens per jaar was er een veemarkt en een warenmarkt en met de kermis deden we spelletjes in het weiland bij de Achterklep, tegenover het Kraaienbos.

Na oorlogstijd zouden we inwoning krijgen van een geallieerde soldaat, hij is één keer wezen kijken en daarna hebben we hem nooit meer gezien. Moeder was wel al haar sieraden kwijt.
Mijn vader werkte 25 jaar bij het Vulcaansoord, het was crisistijd en je kon bij Vulcaansoord om de week werken, daarom is hij bij wasmachine fabriek EDI in Dieren gaan werken. Vader regelde snel daarna een wasmachine voor ons.

Mijn oudere zus Betsy trouwde met Jan Huls en ze gingen aan de Laan van Schuijlenburg wonen. Ze trouwden in de vastentijd en daarom had mijn zus een zwarte trouwjapon. Jan werkte bij de firma Kunst.

Op tweede Paasdag was ik dansen bij zaal Kolks en daar ontmooette ik Theo van Marwijk.

  
Met hem ben ik getrouwd.

Voor de kerk, op de achtergrond café Meijer met 
kunstschilder Bernard Verheijen met zijn fiets.

Het feest was bij café-zaal 't Molentje van fam. Mijnen.

We gingen in de van Entstraat in Doetinchem wonen, later hebben we een huis aan de Cuyperlaan laten bouwen. Theo werkte bij Komeetstaal en we kregen vier kinderen. Helaas is Theo op 44-jarige leeftijd aan een hersenbloeding gestorven.

Tweede van links is Henk Mariët op 12 jarige leeftijd in 1949 bij de plechtige heilige communie feest (groot aannemen).
Links Bennie Bergervoet (automonteur en rijschoolhouder)
3e en 4e van links zijn Martin en Theo van Aalst ze woonden hoek Lichtenbergseweg met de Julianastraat op nummer 15 in de zomer kon je er pruimen kopen per emmer.
Uiterst rechts Gerard Böhmer (schoenmaker)

Henk Mariët was de laatste van de familie Mariët die op Boterweg 73 gewoond heeft.

   
De woning in de staat na het overlijden van Henk Mariët.

  

Na het overlijden van Henk Mariët hadden Gudo Helming en Annemarie Colstee wel belangstelling voor de woning. Vader Alois Helming was lid van de trimclub en kende Theo Mariët, de broer van Henk goed. Annemarie en Gudo kregen de sleutel en konden op hun gemak de woning bezichtigen.

Binnen vijf minuten waren ze eruit:  het huis boeide hun beiden niet, echter de tuin was heel aantrekkelijk met een oppervlakte van ruim 800 meter.

Ze woonden al zeven jaar aan de Konijnenhof en hadden het daar prima naar het zin. Het was de bedoeling deze woning te kopen maar de Woningbouwvereniging wilde niet verkopen.
Na overleg met vader Alois Helming werd er een bouwkundige bij de woning gehaald.
Deze berichtte dat het huis goed in elkaar zat en restauratie mogelijk was, het was wel een flink karwei . Toen Gudo en Annemarie hun vaders Alois Helming  en Wim Colstee  overtuigd hadden dat er een uitdaging op hun lag te wachten en dat de vaders onder begeleiding van een bouwkundige aan de slag konden kwam het allemaal wat dichterbij.

De verkopende familie Mariët gaf hun alle tijd om de beslissing te nemen en voor de familie Mariët speelde ook mee dat het huis in ere werd gehouden. Gudo is opgegroeid aan de overzijde van de Boterweg 73 en herinnert zich dat Henk Mariët een aardige man was en dat hij altijd in de weer was met zijn duiven en Sportclub Silvolde.
Ze kwamen nog een bordje tegen in het huis met een goede buur is beter dan een verre vriend of dat meegeholpen heeft bij de beslissing weten Annemarie en Gudo niet.

Na het regelen van de financiering werd de koop naar volle tevredenheid afgehandeld met Jan Mariët.


Boterweg 73 werd in 2003 aangekocht door Gudo Helming en Annemarie Colstee, die het huis moderniseerden met hulp van de vaders Wim Colstee en Alois Helming.

Drie maanden na de aankoop viel er een brief van de woningbouwvereniging in de bus dat het huis aan de Konijnenhof te koop was. Opnieuw twijfel welk huis wilden ze nu het liefst hebben, de Konijnenhof werd doorverkocht aan kennissen van Annemarie en Gudo en met de verbouwing werd gestart. Gudo begon een speurtocht naar bouwmaterialen, de prijs en de kwaliteit waren doorslaggevend. Of de maten geschikt waren wist hij niet dat was een taak voor het bouwteam.

    

Alois en Wim, de vaders hebben er heel 2003 aan gewerkt. Op vele zaterdagen tijdens dat jaar kwamen vrienden en bekenden helpen met de verbouwing  en Annemarie en Gudo waren bijna iedere avond aanwezig op de bouw.

Op 7 december 2003 kan de woning dan in gebruik genomen worden.

   

De laatste grote operatie is het afvoeren van de puinberg achter de woning. Op 30 december vond dit plaats en de laatste restjes gingen op de puincontainer die al te vol was maar voor dat kleine beetje kon je ook geen extra container bestellen. Toen de container opgetakeld was en de vrachtwagen naast het huis de uitrit uit wilde rijden begaf de zinkput het en zakte de vrachtwagen weg.

De broer van Gudo, Camiel is ontwerper van tuinen en tekende het schetsplan voor de tuin die in 2004 aangelegd werd, de schuur in 2005 en de veranda in 2009 waren de laatste toevoegingen.
    

    
Het is met veel zelfwerkzaamheid en de hulp van vrienden en bekenden een prachtig huis geworden waar Annemarie en Gudo nu met hun zoon naar volle tevredenheid wonen. In dit huis is de “zondagse kamer” in ere gehouden, dat is een kamer waar men vroeger alleen op zondag in kwam.


Het eindresultaat.



Annemarie en Gudo wonen met veel plezier in Silvolde, het is een saamhorig dorp en de sociale contacten zijn goed. Het verenigingsleven bloeit er en er wordt veel georganiseerd.
Ze hebben beiden een full time baan, Annemarie is docent zorg en welzijn en Gudo houdt zich bezig met toegangsdeuren voor bedrijven en winkels en de automatische toegang tot deze gebouwen.
In haar vrije tijd zingt Annemarie bij Abbey Wednesday. Abbey Wednesday is het verhaal van een muzikale vriendengroep die in 1995 een dirigent zocht om samen een muzikaal avontuur aan te gaan. Zo ontstond het huidige popkoor Abbey Wednesday, dat momenteel zo'n 36 leden telt. (Mannen zijn nog steeds welkom!!)

      

Gudo houdt zich in verschillende commissies bezig o.a.:

DKL party. De historie van de DKL (voorheen Daklozen)-party mag algemeen bekend zijn. Een verjaardagsfeestje van vrienden met een melkbus aan de ingang in 1987 groeide uit tot het grootste weidefeest van Nederland. Verder is hij actief bij Sportclub Silvolde met het regelen van zaken rondom het eerste elftal.
 

SilvoldePediA
Hoofdstraat 85
7061 CH Terborg
E-mail: robbiew52@gmail.com