Hendré

Machinefabriek

Ulftseweg 87
Silvolde

Machinefabriek Hendré (1956 – 1982)

Auteur: Robbie Wolters

Terborgenaar Johan Hengeveld begon in een pand naast zijn woonhuis aan de Varsseveldseweg 34 een onderneming voor de verkoop van landbouwmachines en melkinstallaties. Tevens kwam er een servicewerkplaats. Omdat het bedrijf Hengeveld gestaag bleef groeien, vond Johan het verstandig om een partner in het bedrijf te nemen. Hij had al iemand op het oog, Hendrik Drenth. Deze kwam bij hem over de vloer als vertegenwoordiger van de firma Lankhorst in Sneek, leverancier van onder meer Bindertwin-touw. Hengeveld had met Drenth in de loop der jaren een goede relatie opgebouwd. In 1950 gingen de heren een samenwerking aan onder de naam Hengeveld en Drenth, handel in landbouwmachines en melkinstallaties.Het bleef niet bij reparatie en onderhoud. In 1952 werd het eerste product vervaardigd: de wegschaaf. Het zou later één van de twee pijlers zijn waarop de machinefabriek werd opgericht. De andere was, eveneens in zijn soort uniek, de zijlader. De combinatie van vrachtwagen en heftruck vormde een ideale oplossing voor bedrijven die met lange afmetingen in hout en staal werkten. In dit voertuig werd een Ford tractor verwerkt

Naarmate de industriële tak groeide bleek dat landbouw en industrie in één bedrijf maar moeilijk samen gingen. Per 1 januari 1956 gingen beide compagnons dan ook uit elkaar. Hengeveld ging verder in Terborg met zijn schoonzoon Jan Mateman, die later voor zich zelf begon in Zelhem, en schoonzoon Luimes.

Hendré

Machinefabriek Hendré N.V. werd opgericht door Hendrik Drenth, Gijs van Oort (commerciële man) en magazijnchef Gert Alberts. Albers trouwde met Betty Drenth, dochter van Hendrik en kwam in de directie, evenals Haiko, zoon van Hendrik.

Hendré is dus een afkorting van de voor- en achternaam van Hendrik Drenth en niet van Hengeveld en Drenth. Het bedrijf vestigde zich in het Colprovia-gebouw, de voormalige koudasfalt fabriek van Jaartsveld aan de Rijksweg in Gaanderen. Met totaal 13 mensen, werd op 1 januari 1956 gestart met de fabricage van productie- en construktietechnisch gecompliceerde machines. Personeelsleden van het eerste uur waren o.a. mastenbouwer Jan Onstein, draaier Tieltjes en Jan Mellendijk, een ingenieurs-achtig persoon, die de tekeningen van de machines maakte in een klein notitieboekje, dat hij altijd bij zich droeg. Van de machines en voertuigen bestonden geen werktekeningen, alles werd aan de hand van mallen gemaakt. Het kantoor was gevestigd in een oorlogs barak die rechts van de ingang van de fabriek stond. Voor de verwarming van de fabriek werd gestookt met cokes.

In de beginjaren moest het vertrouwen van de Nederlandse markt worden gewonnen. Klanten van het eerste uur waren houthandels Van Dam in Terborg, Agterhof in Gaanderen en Nemaho spanten fabriek in Doetinchem. Het was de basis om zich op het buitenland te richten. Daarmee werd wel de periode van ambachtelijke ontwikkeling afgesloten en moest men zich aanpassen aan internationaal geldende normen.

In 1960 werd de werkplaats anders ingericht en de productie opgevoerd door aan meerdere machines tegelijk te werken. Vanaf dat moment werd vanaf tekening gebouwd. Aan de kant van de Rijksweg werd er ruimte bij gehuurd voor een tekenkamer. Bart Nijman begon in dat jaar als chef werkplaats en chef tekenkamer. Ad Arentsen, Louis Bussink en Jan te Kloeze werkten er als tekenaar en constructeur.

In 1962 werden er contacten gelegd met de firma Metro Camel uit Birmingham, die de zijlader in licentie wilde bouwen. De zijlader werd geheel in tekening gebracht. Haiko Drenth en Bart Nijman reisden af naar Engeland voor uitleg en overleg. Haiko kon zich goed verstaanbaar maken, hij had in Engeland gestudeerd. Een half jaar later gingen Haiko en Bart opnieuw naar Engeland om het prototype te testen en te perfectioneren. Maatregelen werden getroffen om service te verlenen aan reeds jaren geleden aan verre landen als Zuid-Afrika geleverde producten. Het bedrijf groeide snel.

Begin 1965 verhuisde Hendré naar Ulftseweg 87 (eerst Ds. Boersmastraat) in Silvolde. Het bedrijf telde zo’n 45 werknemers. Het personeel werd vanuit Gaanderen met twee bussen overgebracht naar Silvolde voorafgegaan door het eigen muziekkorps van Hendré. Secretaresse Traut Volmer overhandigde de sleutel aan pa Drenth voor de officiële opening. In Silvolde werd de ontwikkeling in versneld tempo voortgezet en producten zoals laadschoppen, normale vorkheftrucks, lengte sorteermachines, stapelaars en andere hulpmiddelen voor houtbedrijven werden op de markt gebracht. Op aanvraag werden speciale voertuigen voor Nederlandse bedrijven ontworpen en gebouwd.

In 1965 nam Hendré een fabriek van opslagstellingen over. Wim Luiten had de leiding over 15 medewerkers. Binnen enkele jaren was de omzet verdriedubbeld. Er kwam een uitbreiding van de fabriekshal in Silvolde. In 1968 was de bouw van een nishut van 82 m2 voor het stralen van de magazijnstellingen. De spuiterij was in de fabriek. De machines werden met de hand geschilderd door Gert te Mebel. Achter de fabriek, links van de nishut, werd in 1970 een houten loods gebouwd.

Wim Vermeulen, die op de Markt in Silvolde een horecabedrijf annex slijterij had, kwam in 1966 bij Hendré op kantoor werken tot zijn overlijden in 1988. Wim had een talenknobbel en kwam later in de verkoop. Zijn bedrijfswagen kwam van pa Drenth. Hendrik kocht elke twee jaar een nieuwe auto en de gebruikte auto schoof door naar Wim.

Producten

In de beginperiode werd een complete Ford tractor in een heftruck of zijlader verwerkt. Rond deze tijd begon het zelf fabriceren van chassis en frame. 4 cylinder Ford motoren zorgden voor de aandrijving van de voertuigen. De prijs van een heftruck of zijlader lag rond de 50.000 gulden.

Kleine machines tot een hefvermogen van 3,5 ton hadden een 3 cylinder luchtgekoelde Güldner motor. Hendré ging een samenwerkingsverband aan met de firma Güldner in het Beierse Aschaffenburg voor de levering en kennis van hydrostatische aandrijving van de voertuigen.

Hydrostatisch aangedreven machines waren in snelheid traploos regelbaar, zowel voor- als achteruit op gelijke snelheid. Ze hadden stuurbekrachtiging en een reminrichting was overbodig. Voertuigen konden voorzien worden van elektrische aandrijving.

In eigen beheer werd een vooras ontwikkeld met gespleten spoorstangen. Zodoende konden de voorwielen in een hoek van 72 graden draaien. Met deze kleine draaicirkel werden de voertuigen wendbaarder. Vorkheftrucks kregen een side shift systeem, de vork kon nu ook naar links en rechts bewogen worden.

De typeaanduidingen werden aangegeven door het hefvermogen. Als het een machine met hydrostatische aandrijving was kwam er een H voor. De H 35 was een hydrostatisch aangedreven machine met een hefvermogen van 3500 kilo.

De zijlader bleef het hoofdproduct en werd steeds verder ontwikkeld tot een technisch hoogstaand product. Voor de levering aan de klant werd een voertuig uitvoerig getest. Het hefvermogen werd getest naast de fabriek. Met de mast richting muur werd een stapel hout opgetild. Mocht er iets mis gaan en de machine instabiel zijn, dan kwam de last tegen de muur en kon de  machine niet omslaan. Bernard Gosselink bouwde de kabelbomen in de voertuigen en was testrijder. Hij had een vast parcours van Silvolde naar Terborg. Bij de Paasberg werd de oprit van een van de villa’s gebruikt voor de test van het klimvermogen.

In 1973 trad Hendré toe tot de aluminiummarkt met de bouw van zes korstenbrekers voor smelterij Al Del in Delfzijl. Het is een voertuig met een pneumatische boor om de korsten die op de vloer voor de smeltovens ontstonden te breken en te verwerken tot aluinaarde, een zeer fijn poeder dat overbleef van het breken van de aluminium korsten en waaruit aluminium wordt gewonnen. In samenwerking met AKH uit Den Haag werden er grote zelfrijdende stofzuigers gebouwd om de aluinaarde op te zuigen om deze weer toe te voegen aan het smeltproces. Voor het interne transport van het gesmolten aluminium werden er voertuigen met gietpannen gebouwd.

Gijs van Oort ontwikkelde met Jan Mellendijk machines voor houttransport.

Beurzen

Hendrik Drenth en Gijs van Oort stonden met een Hendré-stand op de beurs in Hannover. Het voltallige personeel kreeg de mogelijkheid tot een beursbezoek. Het leverde een order op voor export naar Nigeria.

Producten van Hendré waren ook in het buitenland veelgevraagd. Voor de export naar Rusland eisten de Russen dat er Russische motoren gebruikt werden in de voertuigen. Die waren echter van slechte kwaliteit en verschillende motoren werden bij het testen onherstelbaar beschadigd. Men ging over op motoren voor de Russische markt van het merk Ferguson.

Anekdotes

Bart Nijman ging op service karwei met het VW-busje van Hendré. Hij moest naar een storing bij een houthandel in Alphen aan de Rijn. De machine moest de volgende dag weer bedrijfsklaar zijn en Bart sleutelde tot 23.00 uur door. Bij het maken van de proefrit ging het mis. In de haast had hij de bediening om voor- en achteruit te rijden verwisseld, reed door de wand van het bedrijfsgebouw en nam de dakgoot mee. Het regenwater stroomde over de droge houtstapels, die de volgende dag verwerkt moesten worden. Daar stond Bart midden in de nacht in een tijd waarin er nog geen draagbare telefoons waren. De schade was 4.000 gulden, op de fabriek was het lachen en Bart is het nooit vergeten.

Voor houthandel Schoenmakers in Amsterdam werd een ingenieuze machine voor het lossen van scheepsladingen hout ontwikkeld. De machine werkte prima en maakte meerdere werknemers overbodig. De Amsterdamse havenarbeiders lieten de machine echter in Het IJ verdwijnen om ontslagen te voorkomen.

Het einde nadert

In 1981 was Haiko Drenth directeur en vierde Jan Onstein zijn 25-jarig jubileum in zaal Lovink. Het jaarlijkse personeelsfeest werd gevierd bij hotel-café-restaurant Harbers met een diner in de naastgelegen villa en een drankje met dansmuziek.

De fabricage van zijladers liep terug en begin jaren ‘80 werd er nog zelden één gebouwd. Eind 1981 werd de laatste grote stofzuiger gebouwd. De machine was zo’n zes meter lang, circa drie en een halve meter breed en kon maar net door de fabrieksdeur. De stofzuiger werd in de fabriek getest met het opzuigen van aluinaarde. Dit bleef achter in de opvangbak van de stofzuiger en ging weer retour naar de klant in Noorwegen. Onderdeel van de handel was het leveren van een aanzienlijke hoeveelheid sterke drank die in de aluinaarde verstopt werd om de hoge invoerrechten te omzeilen.

De sfeer in het bedrijf bleef gemoedelijk, hoewel de werkzaamheden minder werden en circa 10 tot 15 personeelsleden op non actief werden gezet. Het resterende personeel deed schilderwerk van het bedrijfsgebouw en onderhoud aan machines. De aluminium industrie bestelde voertuigen en hiervoor werden onderdelen ingekocht. De bestellingen werden echter wegens slapte in deze industrietak geannuleerd.

Op 3 november 1982 werd het faillissement van machinefabriek Hendré uitgesproken.

Het gebouw aan Ulftseweg 87 in  Silvolde werd verkocht aan R & F Vastgoed uit Dinxperlo (R. & F. staat voor Roncken en Föcking). Roncken verkocht zijn deel door aan De Rijke van Raket meubelen.  Het plan was een meubelwinkel te vestigen in het pand maar dit stuitte op felle weerstand bij de gevestigde meubelhandel en een jaren durende rechtszaak volgde.

Het fabrieksgebouw werd doorverkocht aan Verheij transport.

Delen werden verhuurd aan Gremaro meubelen, tegelhandel Gelko, Hans van den Hurk en Hodge Podge een grote winkel die de ruimte onderverdeeld en verder verhuurd.

Hencon

René Kieft uit Amsterdam en oud-werknemers Dick Wensink en Henk Peters maakten een doorstart onder de naam Hencon in een hal van Hesseling in Gendringen.

Bennie Buiting was chef van de werkplaats.

Deze hal bleek niet praktisch. Er waren geen kraanbanen voor intern transport en alles moest met handkracht verplaatst worden. Daarom werd in 1983 verhuist naar het voormalige pand van Wopereis aan de Industriestraat in Gendringen. De vrouw van Dick Wensink ,Willie Sticker, kwam op kantoor werken.

Dick Wensink en René Kieft konden niet goed met elkaar overweg en Kieft kocht Wensink uit. Henk Peters kwam op leeftijd en werd ook door Kieft uitgekocht. Als werknemers zijn te noemen Rensen (de Piele), Miel Winkelhorst en Nico Bieleveld, die later alle drie een eigen zaak opbouwden.

In 1997 verkoopt Kieft aan Dirk Kuiken die als interim manager in dienst was, en Kieft verkoopt in 2016 het grootste deel van de aandelen.

In 1988 heeft Jolande, de dochter van Wim Vermeulen, er een half jaar gewerkt en de foto- en diacollectie gerubriceerd. Er is een film bij van het 25-jarig bestaan in 1981 waar alle voertuigen die gereed waren uit de fabriek komen rijden en een rondje draaien.

In 1996 had Jan Onstein 40 dienstjaren en ging met pensioen. Hij werd die dag rond gereden op een heftruck waar voor een stoel op gemonteerd was. Het feest was bij Smithuus in Ulft in aanwezigheid van de directeuren René Kieft en Henk Peters.

In de loop der jaren heeft het bedrijf zich ontwikkeld tot een wereldspeler op het gebied van speciale voertuigen en het onderhoud en aftersales-service daarvan voor de aluminiumindustrie, de mijnbouw en de bosbouw. Hencon machines worden volgens klantspecificatie gebouwd en zijn volledig aangepast aan de lokale omstandigheden. Het hoofdkantoor is gevestigd te Ulft. Daarnaast zijn er vestigingen met productieafdelingen in Krasnoyarsk (Rusland), Johannesburg (Zuid-Afrika), Richards Bay (Zuid-Afrika) en leveren de vestigingen in Maputo (Mozambique) en Jharsuguda (India). Verder noemt de website een vestiging in Fushun – Liaoning (China)

Ontstaan uit Hendré

Hendré is de basis van diverse metaalindustrieën in de regio. In 1969 begon medewerker Willy Tieltjes een eigen bedrijf: metaaldraaierij Tieltjes. De heren Robben en Jan Venneman gingen met hem mee. Het bedrijf is sinds 1969 leverancier voor draai- en freeswerk en heet tegenwoordig Tieltjes Precision parts, gevestigd in Ulft met zoon Erwin Tieltjes als directeur.

Bart Nijman en Ad Arentsen begonnen het bedrijf Nijman Arentsen. Tegenwoordig VSMI (Varsseveldse Smart Industry) in Varsseveld.

Aan de tot standkoming van dit artikel werkten mee:

Bart Nijman oud werknemer
Jan Onstein oud werknemer
Jolande Vermeulen, dochter van Wim Vermeulen en oud werknemer
Dirk Kuiken oud directeur Hencon

Archiefstukken Old Sillevold

Rekening, nummer 2990 d.d. 30 april 1951 van de firma Hengeveld & Drenth - Terborg Districts Ford Tractor Dealer Post Silvolde, Telefoon 228 Westendorp

Bank Twentsche Bank Winterswijk

Levering van een Surge melkinstallatie voor 1351,- gulden aan K.Willemsen  A 500 Terborg.

Gemeente archief Oude IJsselstreek 3021 verkopen in Silvolde  1960 - 1964
Machinefabriek Hendré B.V. perceel grond aan de ds. Boersmastraat nummer 87 gemeente Wisch sectie E 622 in 1964.
1964 straatnaam gewijzigd ds. Boersmastraat 87 in Ulftseweg nummer 87

Hans van de Elshout maakte in oktober 1969 de film ‘Tussen Olde Iessel en Romienendiek’. De film is in de collectie bewegend beeld ECAL nr. 1039  bij het erfgoedcentrum Achterhoek Liemers. Hierin komt een stukje voor over de Hendré - 11.30 - 14.30 min. - waaraan de volgende gegevens ontleend zijn:

In 1969 waren er 75 personeelsleden

Productie van zijladers voor het vervoer van lange lengtes hout en staal.

Ford 5000 tractoren ombouwen tot speciaalvoertuigen.

Productie van magazijnstellingen.

Export: achter het IJzeren gordijn, Amerika, Oostenrijk, West Duitsland en Zuid-Afrika.

De Telegraaf 04-11-1982

Machinefabriek Hendre in grote moeilijkheden.

De machinefabriek Hendre B.V. in het Achterhoekse Silvolde heeft zijn faillissement aangevraagd.

Over het eerste halfjaar van 1982 maakte het bedrijf dat 60 personeelsleden telt nog winst.


 

SilvoldePediA
Hoofdstraat 85
7061 CH Terborg
E-mail: robbiew52@gmail.com