Pakhuus

Harry de Kort vertelt over de periode 1980 - 2010

Bron: facebook 11-05-2020 auteur Harry de Kort

Het is nu meer dan 10 jaar geleden dat cultureel centrum/poppodium ‘t Pakhuus in Silvolde als zodanig haar deuren sloot. Ik ben er ruim 30 jaar als bedrijfs/projectleider en zakelijk leider werkzaam geweest en heb me na de sluiting regelmatig afgevraagd of iemand het zou missen als het weg was.
Door allerlei privé omstandigheden ben ik er verder niet meer mee bezig geweest, totdat ik, nadat ik vorige week zag dat onze gemeente een cultuurprijs in het leven wilde roepen, me opnieuw afvroeg wat dat centrum eigenlijk voor de cultuur in deze regio voor betekenis heeft gehad.
Was dat veel? Of heel weinig? Inmiddels realiseer ik me, dat er toch best wel een aantal culturele initiatieven in ’t Pakhuus het levenslicht hebben gezien.
De schoolvoorstellingen bijvoorbeeld. Begin jaren 80 werd door ons de allereerste schoolvoorstlling georganiseerd. Theater Wim Zomer, toen nog in zaal Mijnen in Silvolde.
’t Pakhuus had immers toen nog geen eigen zaal. Metname de katholieke basisschool was sceptisch, maar toch was dat het begin van een grotere organisatie die schoolvoorstellingen organiseerde voor alle basisscholen in de gemeente Wisch en later zelfs in de hele gemeente Oude IJsselstreek. Een jaar of 4 geleden kwam er een vrouw naar me toe bij de DKL party in Silvolde. Ze kwam me bedanken omdat ze toen ze klein was nog nooit iets van theater gezien had, totdat ze er door de schoolvoorstellingen, voor het eerst mee in aanraking kwam. Volgens haar had dat haar leven enorm verrijkt en veranderd.
Ik was er beduusd van en wist eerlijk gezegd niet wat ik erop moest antwoorden.
Vorig jaar overkwam me nog een keer iets soortgelijks bij de reunie van de “Original Sixties R&B and Soul Show”. Een jonge vrouw vertelde me toen dat ze nog nooit naar een popconcert had gedurfd in 1999 en dat ik haar toen een kaartje had gegeven en aangespoord had om naar het eerste optreden van deze band te komen. Sindsdien had ze er nauwelijks 1 gemist en heel veel andere popconcerten bezocht.
Mooi om te horen. Zou ’t Pakhuus dan toch iets betekend hebben?
De eerste popconcerten werden door ons georganiseerd eind jaren ’70 in zaal Harbers.
Flavium, Carlsberg, The New Adventures, Barrelhouse, The Nits. De laatste twee bands toeren nog steeds! Nadat zaal Harbers afbrandde (niet onze schuld, haha) organiseerden we optredens van I’ve got the Bullets en Herman Broods Wild Romance in zaal Mijnen.
De eigenaar zag die laatste band helemaal niet zitten en ergerde zich aan het langharig tuig en aan de ruige band. Hij kwam op een gegeven moment naar me toe. De kegelbaan onder de zaal diende als kleedkamer en de achtergrondzangeressen waren nogal amoreus bezig achter op die baan. “ Doe er wat aan” zei hij chagrijnig tegen mij. Ik zei; “ als je je er aan ergert dan kegel je ze er toch af”. Halverwege het optreden kwam hij echter breed grijnzend in de pauze binnen met extra drank voor de band en complimenten. Zijn omzet van voor de pauze was net zoveel als die van de vorige 2 maanden bij elkaar…
Na de realisatie van een eigen zaal in 1987, ontstond er een echte popcultuur. Vele regionale bandjes speelden in ’t Pakhuus. Er werden cursussen bandmanagement en financien gegeven, muziekcursussen, ’t Pakhuus werd kernpoppodium van de provincie (’t Pakhuus won zelfs de gelderse stimuleringspopprijs) en de eerste Hip hop en house parties werden in ’t Pakhuus georganiseerd. Later verhuisden deze (vanwege de ruimere openingstijden) in goed overleg naar zaal Pan in het dorp.
Maar voor de ontwikkeling van de regionale popcultuur heeft ’t Pakhuus denk ik toch wel degelijk betekenis gehad. Ook grotere bands speelden in ’t Pakhuus in de daarvoor veel te kleine zaal. Gelukkig werd er in 1997 een groot podium aan vast gebouwd waardoor de capaciteit steeg van 300 naar 450 bezoekers. De Trockener Kecks, The Scene, Flairck, The Magnificent 7, Herman Brood, Barrelhouse, Earth and Fire, Moonflower, Back to Basic, Magic Fish, de Bert Heerink band enz. Enz. Honderden optredens volgden. Anecdotes zijn e r ook genoeg; Zoals die keer dat we op zondagmorgen voor het middagconcert in de zaal kwamen en daar een volkswagenbusje stond van de Bert Heerink band. De bandleden hadden liggen slapen op het podium. Ze hadden de avond ervoor elders een optreden gehad en moesten die middag bij ons spelen, dus dat leek ze wel handig….
Vanuit ‘t Pakhuus zelf kwam rond 2005 het verzoek om ondergebracht te worden in de nieuwe Dru Cultuurfabriek. Het nieuwe poppodium daar heeft de rol van het faciliteren van optredens zeker overgenomen. Maar veel is ook veel blijven liggen; Het is nooit een echte “muzikantenontmoetingsplek” geworden, er zijn nauwelijks popcursussen en workshops georganiseerd en ook voor de kleine beginnende regionale popbandjes vervult het podium slechts een marginale rol.
Maar wat vooral jammer is, is dat het nieuwe podium nooit de productiehuisfunctie van
’t Pakhuus heeft overgenomen. Eigen producties met regionale muzikanten als de eerder genoemde Soul Show, maar ook de Dance Classic Disco Show, The Memphis Experience (Elvis show) Banda Latina Cubanita (latin show) Warboel en de Ruige Rockbende (kinderrockshow) enz. Enz. Zijn nooit meer opgepakt in de Dru. Jammer, want het waren bindende factoren voor regionale muzikanten en bovendien waren sommige shows ook zeer succesvol.
Natuurlijk had ik graag in de nieuwe popzaal een rol gehad. Maar er waren veel meningsverschillen in het begin. Zo wilde men alle Pakhuus vrijwilligers aan de kant zetten en niet met vrijwilligers gaan werken en zou het popprogramma moeten wijken voor bedrijfsfeesten etc. Dat waren onoverbrugbare verschillen, maar toen het college van B&W daarbovenop besloot dat de Pakhuus medewerkers (waaronder ondergetekende) geen rol meer mochten krijgen in het nieuwe poppodium (omdat men verjonging wilde) voelde dat toch nog als een mes in de rug. Dat heeft me wel geraakt toen. Gelukkig heb ik met mijn bedrijf alle zalen later mede nog kunnen vormgeven en van apparatuur kunnen voorzien.
Voor de regionale popmuziek en als baanbreker voor een professioneel poppodium in deze regio heeft ’t Pakhuus denk ik zeker een rol gespeeld.
Maar ’t Pakhuus was niet alleen een poppodium. Er was ook niet alleen popmuziek. Ook folk, jazz,luisterliedjes en andere muziekstijlen kwamen volop voorbij.
Het was ook 1 van de eerste cabaret- en kleinkunstpodia in de regio. Jarenlang vonden de voorrondes voor het Amsterdams Kleinkunst Festival er plaats. En ook hieruit ontstonden weer plaatselijke initiatieven. Marcel van Berkum deed er ooit een eigen cabaretprogramma. Ook werden er (o.a. onder leiding van Theo Soontiens en Ine te Rietsap) theaterproducties gemaakt, zoals o.a. ‘Boze Ogen”. De voorstelling over moeders en dochters van Ine overdonderde iedereen bij een provinciaal theaterfestival en won een prestigieuze prijs… Alle theatercursussen en repetities vonden plaats in ’t Pakhuus.
Ook werden er jarenlang theatersportwedstrijden gespeeld tussen diverse teams, waaronder een Pakhuus team en tussen de scholen van het Almende college. Uiteraard werden ook de bijbehorende trainingen en cursussen in ’t Pakhuus gegeven.
Een aantal grote evenementen in Silvolde kwam jarenlang uit de koker van de mensen van
’t Pakhuus. De succesvolle grote Silvoldse Zeskamp en de Harry Vermeegen show zijn enkele voorbeelden. En dan waren er de tieneravonden, de knutselmiddagen voor kinderen, de dansmiddagen, houtsnij en sjoelclubs voor ouderen en niet te vergeten de technische club jonge onderzoekers, die een keer een raket bouwden die dwars door de muren van de schuur van de overburen heen vloog…
Kortom, na al die jaren denk ik en hoop ik dat ’t Pakhuus binnen onze gemeente zowel op sociaal gebied, maar zeker op cultureel gebied zeker van belang is geweest en dat alle bloed, zweet en tranen die er ooit in gestopt zijn, niet helemaal voor niets zijn geweest….
Kortom; eindelijk heb ik er nu, na vele sceptische jaren, toch een goed gevoel aan overgehouden.

Reacties:

Ronald Falke Mooi geschreven, Harry. Ik koester vele jaren vrijwilligerswerk met enorm veel collega’s. Met velen heb ik nog steeds contact. ’t Pakhuus was een parel in de Achterhoek. The place to be, als het gaat om optredens van muziek - en theatergroepen, allen van div. allooi. Het ‘ productiehuis’ is een goede omschrijving. Ik denk er vaak met warme gevoelens aan terug, als ik er langs kom. jammer, dat Illusion er niet meer is, de andere helft van de culturele Silvoldse siamese tweeling.

https://www.silvoldepedia.nl/index.php?john-liebrand

=====

Lilian de Jong Het verschil met de DRU en t Pakhuus is dat de laatste opereerde vanuit sociaal oogpunt. De DRU is prachtig maar is commercieel. Het gemoedelijke van zelf je koffie en thee zetten, invullen van een lijstje en dit vergezeld van het geld in de daarvoor bestemde bus (op basis van vertrouwen) gooien na vergadering of repetitie, het direct binnen kunnen lopen in her kantoor bij de medewerkers voor n praatje, repeteren in dezelfde ruimte als waar de jongeren hun onderkomen hadden, dat is ook wat t Pakhuus ook betekenisvol maakte.

=====

Joost Gervers Had niet zoveel tijd, (moest zelf af en toe wat organiseren), maar als ik kon was ik er en heb mooie concerten gezien in het Pakhuis.

 

https://silvoldepedia.nl/index.php?harry-de-kort

 

De popmuziek in ‘t Pakhuus te Silvolde.

Harry de Kort.  29 Juni 2009.

Zakelijk leider van poppodium ’t Pakhuus te Silvolde.

Inleiding.

Hallo Robbie.

Naar aanleiding van mijn stukje op Facebook en ons contact daarover, stuur ik je de wat meer uitgebreid beschreven geschiedenis van de popmuziek in ‘t Pakhuus te Silvolde. (Boek Pakhuus 1987....)

Het gaat alleen over het popmuziekdeel (dus niet over de theateroptredens, schoolvoorstellingen etc) omdat dit de basis zou vormen voor een boek over ‘t Pakhuus als poppodium,wat uitgegeven zou gaan worden door Peter Groeskamp uit Doetinchem en het Staring instituut.

Deze hebben al meer boeken uitgebracht o.a. over de popmuziek in Dinxperlo, Gendringen en Wisch en die in Doetinchem. etc. Peter heeft ook alle posters, pr materiaal en contracten van mij gekregen. Wie weet komt het boek er nog ooit.

Het verhaal.

1987 is het jaar waarop we lang gewacht hebben. Na jaren van zwartboeken en rechtszaken tegen de gemeente, is het nu dan eindelijk zover.

De nieuwe popzaal wordt gebouwd, vast aan het al bestaande Pakhuus. Het kantoor van het cultureel centrum wordt gesloopt en wordt hal. Een nieuwe toiletgroep, kantoor, kleedkamer en magazijn completeren het geheel.

Het gebouw wordt onder druk van de veeleisende buurt, super geluiddicht.

Dikke betonplaten op het dak en het verdiept aanleggen van de zaal moeten zorgen voor een optimale geluidsisolatie.

Bij de bouw zelf gaat er nogal wat mis. Vanwege de veiligheid moet het gebouw vanwege de erachter gelegen bezine/lpg pomp een halve meter korter worden (dan ligt het net ver genoeg van de pomp af). Deze inkorting heeft tot gevolg, dat ook de kozijnen in de zaal ingekort moeten worden. Omdat dit niet gebeurt, komt pal voor de doorgang naar de grote zaal de paal van een spant te staan, zodat er geen deur meer in kan.

(En die bouwvakkers zetten dat er dan ook gewoon in!).

Het blijkt dat alle kozijnen nu verkeerd gemaakt zijn (te breed dus). Twee weken later komen de nieuwe kozijnen. Weken later komen de deuren; alleen jammer genoeg dan wel weer de deuren voor de oorspronkelijke (dus verkeerde) kozijnen. Vervolgens moet tegen de zijwand van de zaal zand geschoven worden (tot aan de dakrand, vanwege de geluidsisolatie). Het cement van de net gebouwde muur is echter nog niet droog. De architect wil echter dat het zand er al tegenaan geschoven wordt, ondanks dat de aannemer het hem afraadt. Vervolgens voltrekt het domino effect zich voor onze ogen en ligt de zojuist gebouwde 20 meter lange, 3 meter hoge muur weer vlak tegen de grond.

De realisatie van de zaal is eigenlijk tegen de wil van de gemeente in, met geld van het Juliana welzijnfonds en na een lange, slepende, veel geld kostende rechtszaak tot stand gekomen.

Omdat in de subsidieverordening staat dat kosten die van rechtswege gemaakt moeten worden door de Stichting, volledig gesubsidieerd worden door de gemeente, hebben we voor de zaak tegen diezelfde gemeente een zo duur mogelijke advocaat genomen. De hele, slepende zaak kost de gemeente dus dubbel zoveel geld.

Door dit alles, en door vervelende publicaties over en weer, is de medewerking van een aantal ambtenaren niet echt om over naar huis te schrijven. Zo wordt ons te verstaan gegeven dat de gemeente geen geld heeft voor het bestraten van het buitenterrein en dat het dus voorlopig wel een modderboel zal blijven.

Wij reageren daarop, door mede te delen dat dat erg vervelend is, aangezien de officiele opening van het gebouw verricht zal worden door mr. Molly Geertsema, voorzitter van het (toen nog) Koningin Julianafonds en op dat moment toevallig ook commissaris van de koningin in Gelderland.

Zelden hebben we zo snel een buitenterrein bestraat zien worden, bomen en heggen zien bijwerken op kosten van de gemeente…….

Bovendien blijken er ineens allerlei tegenstanders uit de politiek, heel graag een uitnodiging voor de opening te willen ontvangen.

Al voor de bouw hebben wij aangegeven dat het isolatieniveau (het gebouw is berekend op 95 dba binnen) veel te laag is voor popmuziek. 105 dba is minimaal de te isoleren waarde. De gemeente wil echter de daarvoor extra benodigde 10.000 gulden niet meer uitgeven.

Na een weekje proefdraaien met o.a. de regionale band “Easy Eddy and the Sweet Lovers” regent het al klachten uit de buurt. Ondanks dat we voornamelijk op de zondagmiddag gaan programmeren, blijven de klachten aanhouden. In plaats van 35 dba halen we 50 aan de dichtstbijzijnde gevel. Overdag eigenlijk wettelijk geen probleem, maar voor de buurtbewoners wel. Binnen een jaar na de opening voelt de gemeente zich genoodzaakt om alsnog inmiddels 30.000 gulden voor isolatie beschikbaar te stellen…….

Het eerste jaar in de nieuwe zaal gaan we er meteen stevig tegenaan, onder het motto “de eerste klap is een daalder waard”.

We programmeren superbreed om er achter te komen waar ons publiek behoefte aan heeft. Van de top 100 muziek van Les Cigales, tot de jazz van buitenlandse bands als “Het Surinam music ensemble”. Van landelijk bekende bands als Barrelhouse (bij de opening) Vijf slag 1 wijd, de Hasan Band en Bertus Borgers Groove Express, tot plaatselijke helden als de eerder genoemde Easy Eddy en  Bivak, 12 Miles Out, Attic en Maka- I (punk).

In 1988 denderen we door en krijgt ’t Pakhuus zijn faam met de legendarische zondagmiddagconcerten. Begonnen om de geluidsoverlast te beperken, blijkt gaandeweg de zondag nog niet zo’n gekke dag voor en concert. De mensen vervelen zich vaak, en de bekende bands zijn een stuk goedkoper te boeken als op een zaterdagavond. En hoewel de Stichting Sociaal Kultureel Werk Wisch, waar ’t Pakhuus op dit moment onder valt, niet vies is van een gokje, is dat gegeven met het beperkte budget wat beschikbaar is, toch mooi meegenomen.

Het resultaat mag er zijn. Grote namen als Sjako, Flavium, The Magnificent 7 (2x maar liefst!), Flairck, en Herman Brood, iets mindere goden als (nogmaals) Bertus Borgers, Wonderland (met Daniel Sahuleka) de Hippies, the Marks, Powerlight, de Style, Da Luca. Crime Passional, de amerikaanse Steamin’Jimmies en regionale bands als Bull-it, Zenith, Black to Red, Bizzy en Boos, het Dick de Graaf Kwartet , Modi-Largo,

Ce Page, Second Strike en de ereronde van de Grote Prijs van Nederland wisselen elkaar af.

In 1988 spelen er maar liefst tussen de 30 en 35 bands in ’t Pakhuus.

Ook 1989 is een druk jaar. Toch is er iets aan de hand. Veel oud vrijwilligers, nog afkomstig uit jongerencentrum Illusion, die jaren gevochten hebben voor een eigen popzaal, zijn het eigenlijk zat.

Ze hebben het eerste jaar in de nieuwe zaal nog mee willen maken, maar beginnen nu 1 voor 1 af te haken.

De meesten zijn inmiddels tegen of net over de dertig en hebben of krijgen kinderen en bezoeken steeds minder vaak concerten. Bovendien komt de zaal eigenlijk 10 jaar te laat……… Het tij voor live muziek is aan het keren. DJ’s worden de nieuwe idolen en “House” en “Gabber” muziek (HipHop, Rap) is populairder onder jongeren.

De jongere generatie concertbezoekers slinkt zienderogen.

Hoewel ook de eerste financiële barsten al zichtbaar worden (sommige optredens worden niet goed genoeg bezocht) wordt er toch nog stevig doorgeprogrammeerd.

Earth & Fire, Powerplay, Jewel, nogmaals Herman Brood, de Far Pavillions, Bananafish, Harry Muskee, de Trockener Kecks en in mindere mate, Some Like it Hot, Plus Doreen, Nico goes Soul, Sugar Mama, La Farce en regionaal bekende groepen als Jamback Affair, Ce Page, Take Five, de Guus Tangelder Big Band en de Beets Brothers staan op het Pakhuus podium.

Maar de publieke belangstelling is zeer wisselend en af en toe ronduit slecht.

Dit in combinatie met de vertrekkende vrijwilligers en de steeds groter wordende financiële verliezen moet een keer fout gaan.

In 1990 stapelen de problemen zich verder op. De bezoekersaantallen bij de eerste concerten van de Gigantjes, Burton Green, de Oscar Benton Blues Band, the Difference, Long Story Short, Syrinx, the Jack of Hearts en Motown Head, worden nog een beetje opgevangen door de trouwe hard rock bezoekers bij Jewel en de plaatselijk grote aanhang van de Silvoldse groep Jamback Affair (die dit in dit jaar afscheid neemt van haar publiek) en de regiobands So What en Ce Page, maar verlies geleden wordt er.

Volgens projectleider Harry de Kort moet er veel commerciëler geprogrammeerd worden. Minder jazz, minder experimenten. De vrijwilligers van de muziekwerkgroep zijn het daar niet mee eens en willen op deze voet doorgaan.

Bij het concert van Jewel in dit seizoen, hoort nog wel een leuk verhaal. De vele fans van de band maakten er een gewoonte van om flink te “stage diven” tijdens de concerten. Door een combinatie van de betonnen vloer en het niet worden opgevangen door zijn vrienden, brak 1 van de hard rock liefhebbers bij het vorige concert in ’t Pakhuus in April zijn schouder. Hij moest destijds per ambulance afgevoerd worden naar het ziekenhuis. Met de arm nog steeds in een mitella was hij er dit keer echter weer bij. Op de vraag of hij, gezien de lange nasleep van dit alles, geen spijt had van zijn duik in het publiek zei hij; “nee hoor, de band is na hun vorige concert bij mij in het ziekenhuis op bezoek geweest en ik kreeg een T- shirt, LP en een poster met handtekeningen van ze. Ik zou het alleen daarom al, zo weer doen”.

Intussen begint zich langzamerhand ook een interne machtsstrijd af te tekenen in ’t Pakhuus.

1 van de vrijwilligers aast duidelijk op het baantje van de projectleider, vergroot zijn invloed door (met een aantal vrienden) in het bestuur te gaan zitten. Het daardoor ontstane bestuur zorgt voor veel problemen door tegendraadse beslissingen te nemen, sluitingstijden te overtreden en dat soort zaken.

Er ontstaat een onhoudbare situatie. Met de buurt worden afspraken over sluitingstijden en de beperking van overlast gemaakt, waar vervolgens het bestuur zich niet aan houdt. Ook financieel wordt gewoon doorgegaan met de risicovolle programmering. De projectleider moet zich uiteindelijk hiervoor verantwoorden bij het overkoepelende stichtingsbestuur. De situatie wordt zo erg, dat hij een half jaar ziek thuis blijft totdat het overkoepelende bestuur duidelijkheid schept over ieders bevoegdheden. Naar aanleiding hiervan worden de plaatselijke besturen vervangen door (veel minder invloedrijke) projectraden en krijgt de projectleider meer rugdekking en steun van het (tot dan voornamelijk op afstand) regerende bestuur.

Door al dit gekrakeel wordt er in de tweede helft van 1990 niets geprogrammeerd. Het centrum is lamgeslagen en in combinatie met de daaropvolgende massale uittocht van vrijwilligers leid dat tot een praktisch doodgebloed podium waar dringend een nieuwe wind moet gaan waaien.

Pas in December, en nadat er een grote groep nieuwe vrijwilligers (en –sters) afkomstig van het Isala college, zich en bloc heeft aangemeld, kan er weer geprogrammeerd worden. Wel stukken minder en ook wordt er meer op  safe gespeeld.

Als eerste speelt de regionaal zeer populaire band So What, met o.a. Hans Fles (zang/sax) en Jan Wilm Tolkamp (later o.a. bij de Bert Heerink Band en nu bij Normaal) op gitaar. Daarna is het in Januari de beurt aan de eveneens regionaal bekende band Mistreated (met o.a. Marco van de Aar (ex Bull-it)) als zanger. De stevige punkrock van Disabuse en de rock van Ce Page en optredens van populaire bands als de Trockener Kecks, The Scene, Livin Blues, en Kaz Lux met band wisselen elkaar af. Hoogtepunt is het optreden van de op dat moment landelijk zeer succesvolle band “The Scene”; Het optreden is supergoed en ’t Pakhuus is weer eens afgeladen vol. De band Muppet Stuff is heel erg leuk en muzikaal gezien 1 van de leukste van dit jaar.

De regionale rockband Ce Page introduceert in deze periode een heel bijzondere traditie; rock concerten voor verstandelijk gehandicapten. Gedurende een aantal hiernavolgende jaren wordt elk jaar in ’t Pakhuus belangeloos door de band zo’n concert verzorgd. Van heinde en verre worden de gasten met busjes van allerlei zorginstellingen aangevoerd. Jongens en meisjes van allerlei leeftijden met hun verzorgers en verzorgsters.

Het worden telkens weer fantastische avonden, met een geweldige sfeer.

De bezoekers vermaken zich uitstekend en hebben de grootste lol, evenals de vrijwilligers, verzorgers en de bandleden zelf. Klasse avonden waren dat!! Onvergetelijk!

Het jaar wordt afgesloten met een popcursus, de vrolijke feestrock van Pater Moeskroen en de regionale topbands Bivak en Bull-it.

De regionale bands zijn altijd al erg belangrijk geweest voor ’t Pakhuus. Andersom is dat, zeker in de jaren 90 ook het geval.

De programmering in 1992 gaat dan ook op deze voet verder met de opvolgers van “So What”; Hans Fles met zijn nieuwe band “Fles&the Gang”.

“Undercover”(een band met o.a. Bert Heerink, Jos Zoomer en Dick Kemper van Vandenberg in de gelederen) en; uit de dialectrock hoek; “Spol”, “Wat let Ow” uit Ulft en “Boh Foi Toch”, de band van Hans Keuper.

Ook het Hanska Duo, Why Not en de tot in de finale van de gesel van Gelderland doorgedrongen band “The Fuzz” (met Daan de Bruin en Robin Slutter, nu zanger van “Scrum”) zijn van de partij.

Big Eyed Beans, Powerplay , diverse bands in de popwedstrijd “De Gesel van Gelderland” en zelfs cabaret (Man of Man met Martin Pragt en Frans Miggelbrink) staat dit jaar op het Pakhuus podium.

De legendarische “Bob Color Band” wordt naar Silvolde gehaald en zal daar (zowel in ’t Pakhuus als in andere gelegenheden) nog regelmatig terugkeren. 

Het eerste optreden van de Bob Color Band in Silvolde is legendarisch. De grote, forse zanger Rob Wiedijk, heeft samen met de frêle, knappe zangeres Twana Rhodes van de band wel iets weg van “The Beauty and the Beast”. Het optreden van de band is voor de bezoekers, maar vooral ook voor de vrijwilligers een openbaring. “Het beste optreden van de laatste 6 jaar” vinden de Pakhuus vrijwilligers. Ondanks de halfvolle zaal (onbekend maakt onbemind) geeft de band een show die zijn weerga niet kent. Met een uit 4 werelddelen afkomstige bezetting spelen ze de sterren van de hemel. Voor zijn “Romeo en Julia” act komt Rob uit het luik van de boven de bar gelegen zolder geklommen en slingert zich met ware doodsverachting van ijzeren dwarsbalk naar dwarsbalk boven in de zaal, boven het publiek, richting podium. De Pakhuus medewerkers houden hun hart vast. Wat hij niet weet en zij wel, is dat al deze loodzware dwarsbalken los liggen en dus elk moment naar beneden kunnen vallen met alle gevolgen van dien……

Maar de show is indrukwekkend en er wordt heel veel over gepraat in het dorp.

Sommige bands zijn in deze periode kind aan huis in ’t Pakhuus. Bands als Ce page, Magic Fish, Undercover en later de Bert Heerink band bijvoorbeeld. Af en toe leidt dat tot Hilarische taferelen. Zeker in de periode met Berend Eversen als beheerder. Berend is een echte Hagenees en neemt geen blad voor de mond. Met zijn legendarische sigaren en zijn duidelijke, platte woordkeus is hij zeer geliefd bij muzikanten, maar je moest het ook niet met hem aan de stok krijgen, want dan schold hij je helemaal verrot. Maar Berend houdt wel van een geintje en hij kan veel hebben. Op een mooie zondagochtend  komen Berend en ondergetekende ’s morgens

’t Pakhuus binnen en zien middenin de nooduitgang van de zaal een volkswagenbusje staan. Overal eromheen etens- en drankresten en bij nadere inspectie treffen zij, slapend op ’t Pakhuus podium, de hele Bert Heerink band aan. De band was zaterdagnacht laat teruggekomen van een optreden en aangezien zij toch die zondagmiddag in ‘t Pakhuus moesten optreden leek hun dit wel een handig idee.

Na een donderpreek van Berend en een uitleg van ondergetekende dat dit niet de bedoeling was, hebben we er allemaal nog eens hartelijk om gelachen en zijn we, in afwachting van het optreden maar gezellig aan de koffie gegaan.

Undercover en Ce page spelen ook in 1993 in ’t Pakhuus, maar ook de Jimi Hendrix coverband “Astro Man” met o.a. Maarten van Schoorl (later o.a. in “Quiet”). Het is het jaar van de herhalingen. Sjako, Herman Brood en de Bob Color Band komen terug en Magic Fish presenteert haar indrukwekkende eerste CD in December van dat jaar in ’t Pakhuus.

In Oktober van dat jaar vindt ook de eerste, succesvolle houseparty in ’t Pakhuus plaats.

De Houseparty’s hebben een aantal jaren in ’t Pakhuus plaatsgevonden. Een fanatieke groep met o.a. Carlos Stahn en Martijn Geerts houdt zich ermee bezig. Ze worden door ons uitgedaagd om de nodige aandacht te besteden aan de vormgeving en effecten in de zaal, en dat doen ze ook. De “feesten” zoals zij ze noemen zien er schitterend uit. Ook het artwork van de flyers en posters is van grote klasse. De party’s worden druk bezocht, van heinde en verre en dreigen aan hun eigen succes ten onder te gaan. De bezoekers moeten (door de vergunning van ’t Pakhuus die al om 01.00 uur eindigd) veel te vroeg naar huis. Dit willen ze niet, waardoor er na afloop buiten regelmatig overlast ontstaat. De bezoekers van verder weg, Enschede, Arnhem e.d. nemen de sluitingstijd bovendien niet serieus en weigeren vaak te vertrekken. Ook het druggebruik geeft problemen. Strenge toegangscontroles leveren meestal een flinke hoeveelheid (voornamelijk soft-) drugs op, die onder protest van de eigenaren rigoureus in een emmer water worden gegooid.

Tijdens de kermis laat zaaleigenaar John Hek van cafe zal “De Pan” (waar in die tijd veel buitenlandse bands optraden) weten ook dat soort party’s te willen gaan organiseren. Een deal is snel gemaakt; ’t Pakhuus wil er, vanwege de problemen, de te vroege sluitingstijden en het negatieve imago naar de buurt toe, graag vanaf en Pan wil ze graag hebben. Na bemiddeling van ondergetekende verhuizen de organisatoren naar de genoemde zaal, waar ze bovendien 2 uur langer kunnen of mogen doorgaan. Iedereen blij dus. De party’s hebben nog enkele jaren succesvol gedraaid.

Volgens Berend was het toch alleen maar teringherrie en dronken de bezoekers anderhalf glas water per persoon per avond en als we mazzel hadden een colaatje, terwijl ze je met hele grote ogen aankeken…..

In 1994 komen vele regionale bekenden nogmaals langs. Een enkele landelijk doorgebroken band doet eveneens Silvolde aan. Hallo Venray en The Prodigal Sons zijn daar voorbeelden van. Nieuwe regiobands die voor het eerst in ’t Pakhuus spelen zijn o.a. Winterpeople uit Aalten, Syrinx, Mistreated (met Marco v.d. Aar; ex- Bullit), de Masha Bijlsma Band (jazz), Erg (punk) en Cosmic Debris.

Het volgens ondergetekende (Harry de Kort) beste optreden ooit in ’t pakhuus kwam van de relatief onbekende, grote band “Back to Basic”. Deze fantastische band met de blazers van “I ve got the Bullits” en een geweldige zanger, swingende Hammond en fantastische achtergrondzangeressen, had o.a. een hitje met het Bob Dylan nummer “Watching the River Flow”. Deze band was echt fantastisch en had alles wat een band moest hebben. Jammer dat een landelijke doorbraak uitbleef. Tot op de dag van vandaag draai ik echter nog steeds met zeer veel plezier hun CD’s.

Het jaar daarna komen er, naast alweer wat oude bekenden, op dat moment hitgevoelige bands als The Pilgrims en de Trockener Kecks op visite. Ook de Jan Ottink band, en regionale bands als Neolithicum, Wicked Mystic, Heavenly Spring, Defiance, Patso (van Michel Geurtzen), Erg en Arena (de band van Dick Kemper; ex Vandenberg, ex Undercover) zijn op ons podium te aanschouwen.

1996 is het jaar waarin de laatste voorbereidingen voor de aanbouw van het nieuwe podium plaatsvinden.

Het lijkt te gaan lukken. Met als argument de gebrekkige brandveiligeid (het huidige podium blokkeert de nooduitgang) waar de gemeente op dat moment erg gevoelig voor is.

Dankzij wederom de nodige financiele steun van het voormalige Koningin Juliana Fonds (Inmiddels Juliana Welzijnfonds geheten) en nu ook een gemeentelijke bijdrage, liggen een modern, nieuw podium + magazijn in het verschiet. De theater stichting “Achterdoek”van Theo Soontiens maakt handig van de gelegenheid gebruik om ook een kantoor bij ’t Pakhuus te mogen betrekken. Omdat deze stichting ook de zalen regelmatig zal gaan gebruiken voor repetities en uitvoeringen, krijgt ze het zelfs voor elkaar om de gemeente de aanbouw te laten realiseren.

1997. Het jaar van de verbouwing. Er wordt op een lager pitje doorgeprogrammeerd. Naast de regionale muzikanten van Emphasis ,Phar East, Bar en Booze en de opkomende band Soylent Green (Met Marco v.d. Aar).

Cesar Zuiderwijk van Golden Earring komt een drumworkshop geven en ter gelegenheid van de opening van het nieuwe podium speelt de spectaculaire Bloose Brothers Revue uit Nijmegen.

De band is bekend van de zomerfeesten in Nijmegen en geeft een geweldige show. Jammer genoeg maakt ook hier onbekend weer onbemind en valt de publieke belangstelling enigszins tegen.

In 1998 wordt het podium goed ingewijd met een aantal festivals (o.a. het Gelderse “Zweepslag”en het Pakhuus “kofferfestival”voor coverbands) en losse optredens. Tientallen bands spelen dan op het nieuwe grote podium (zoals de regionale reggaeband “Red Libanon”met o.a. Leon v.d. Kamp, die later in ’t Pakhuus gaat werken als technicus/programmeur). Ook Ragnarock, Resonic, Lost Hazard, de Grolschbusters, Heavenly Spring, Cyanide, Goed Zat, Transmission e.v.a. zijn van de partij. Hoogtepunten zijn de optredens van de Hillbilly Boogieman (country), Magic Fish (psychedelische rock), Vengeance (hardrock), The Marks, La Petite Mort (rock opera met Irma Nijhof en Martin…..) de afrikaanse percussie achtige muziek van Yamboa, jazz van Masha Bijlsma en de dialectrock van de heren van Skik.

De Silvoldse Masha Bijlsma (die in de beginperiode van de nieuwe zaal enige jaren bar vrijwilligster bij ’t Pakhuus is geweest) is inmiddels in Jazzkringen, zowel in Nederland als in het buitenland behoorlijk populair. Zo populair zelfs, dat het achterhoekse vervoersbedrijf Syntus een complete trein naar haar vernoemd.

Het nieuwe, grote podium daagt bands uit en geeft ze tevens de mogelijkheid om zich indrukwekkender te presenteren. Grote backdrops en imposante, 4 meter brede achtergrondprojectie (Big Jim) van zelf opgenomen clips ter ondersteuning van de eigen nummers zijn het gevolg.

In dit jaar ontstaat ook “The Original Sixties R&B and Soul Show”. Tijdens het optreden van de band “Big Jim”(met o.a. Jan Wilm Tolkamp, nu bij normaal) staan Gunter Giesen en Harry de Kort naar de band met projecties op het nieuwe podium te kijken.

Gunter vindt het een mooi groot podium geworden en geeft aan zelf ook best wel eens iets groots te willen opzetten. Harry geeft aan wel eens een grote show te willen maken een soort band revue. Gunter wil wel eens iets met Soul doen. Harry ziet het helemaal voor zich; een grote band met blazers e.d. Beiden geven aan wel de nodige mensen te kennen en deze te zullen benaderen. Afgesproken wordt om daar binnen twee weken op terug te komen.

Harry gaat aan de slag en benadert een aantal blazers (Erwin Eijkelkamp,Ronny Colenbrander, Henne Hegman, Victor Striekwold) bassist en zwager Patric Roes en zangeres Charlotte de Jong. En Gunter…… doet niets.

Zelfs na enkele telefoontjes gebeurt er weinig. Harry besluit om de boel te forceren en belt Gelderlander journalist Rob Zantinge op met het verhaal dat hij en Gunter Giesen samen een grote soulband gaan oprichten.

De eerstvolgende donderdag staat dat verhaal groot (een halve pagina) op de donderdagse poppagina, waarop Gunter onmiddellijk Harry belt, hem lachend een “vuile rat” noemt, eraan toevoegend dat hij nou wel moet en vervolgens op de proppen komt met de volledige ritmesectie van zijn band “Roots 66”; gitarist Fred de Voogt, drummer Ivo Elfers, toetsenist Martin Seysener, zanger Willem Blauw en met de zangeres Sabine Elfers (het zusje van Ivo en de vriendin van Charlotte). Ook Marcel wordt benadert. De band is nu nagenoeg compleet, zij het dat Erwin helaas (nog) niet beschikbaar is. Harry benadert Arend Kremer, die vroeger in de band…… speelde en boven het station in Terborg woonde maar inmiddels naar Zevenaar is verhuisd.

Met deze formatie van grofweg 2 ploegen (Het Silvolds/Terborgse kamp en het Doetinchemse kamp) wordt uiteindelijk eind Maart, begin April 1999 begonnen aan het in elkaar stampen van een grote Soul Show.

In amper 3 maanden tijd (de band heeft zichzelf de zomervakantie als deadline gegeven) wordt deze “eenmalige”show in elkaar gezet, compleet met decor, styling en een superlange naam; “The Original Sixties R&B and Soulshow”. De keuze voor een lange naam is bewust; Zo lijkt het heel wat en de radio d.j.’s van de regionale stations en de plaatselijke journalisten breken zich er zo vaak de tong over, dat de naam meteen 3 of 4 keer achter elkaar geheel of gedeeltelijk genoemd wordt en bovendien vraagt iedereen ernaar waarom zo’n lange naam gekozen is. Hoe meer p.r. echter, hoe beter het is, is onze insteek.

Het succes van deze formule is overweldigend. Iedereen in de zaal is totaal overdonderd als het doek open gaat.

De grootte van de band, de decors, belichting, kostuums, niemand had dit verwacht. De door ons uitgenodigde vertegenwoordigers van boekingskantoor “pro acts” waren zo enthousiast, dat zij de show opnamen in hun aanbod. Het zou het begin zijn van 10 succesvolle jaren met shows in allerlei schouwburgen, op festivals en andere plaatsen door heel Nederland.

Door het grote succes volgt er vrij snel na de zomervakantie nog een optreden van deze formatie.

Het jaar wordt afgesloten met nederlandstalige groepen als “Beste mensen”en “De band krijgt kinderen”.

Eind 1999, begin 2000 barst het van de optredens in de regio in verband met de eeuwwisseling.

We doen het daarom wat rustig aan Met No Family en cabaret van Niet Schieten.

“The Years” is de band rond Peter Groeskamp, met de inmiddels helaas overleden super gitarist Marius Staring in haar gelederen. De band komt met schitterende eigen nummers, een mooi (zwaar gesponsord) decordoek en een prachtige muzikale show.

Daarna komen Jan Ottink, het Korsakov Kwartet, de folkgroep Atlantic Bells en Guinan Red en Fairport Convention. ’t Pakhuus is even op de folktour.

In 2001 rocken we er weer stevig tegenaan. Snoeihard, met de legendarische ouwe rotten band  “The Bintangs”, waarvan sommige leden er zo slecht uitzien als verlopen junks. Wij schatten in dat het niet lang meer goed gaat met die jongens. Vlak daarna blijkt ook 1 van de leden helaas te overlijden.

Groove electric en Jovink en de Voederbietels zijn de bands die daarna de zaal onveilig maken. De beheerders van ’t Pakhuus regelen en begeleiden samen met Leon van de kamp dit optreden, omdat zakelijk leider Harry de Kort in Italie zit. De verhalen achteraf zijn niet van de lucht. Hij heeft heel wat gemist……..

Na de gebruikelijke muziekschool presentaties van nieuw, jong, muzikaal talent (een goede traditie) en een instrumentendemonstratie in samenwerking met een muziekhandel, komt de legendarische Dimitri van Toren met een indrukwekkend singer songwriter optreden.

Als 1 van de voorlopers van de later ontstane “Clash of the Coverbands” mag zeker ’t Pakhuus cover festival (ook wel “kofferfestival”) genoemd worden. Goede coverbands die strijden voor een prijs. Prima bands en van een uitstekende kwaliteit. Er blijkt ook in dit segment veel muzikaal talent rond te zwerven.

Het “Birds” project.

Na het succes van de soulshow heeft men bij ’t Pakhuus de smaak van het maken van eigen producties te pakken. 1 van de  slapende wensen is het realiseren van een show waarbij een goede rockband en een klassiek orkest, met eigen nummers het publiek overdonderen. Dus geen “Night of the proms”met bekende hits, maar een totaalconcept waarvoor speciaal nummers gecomponeerd worden voor de combinatie orkest en band.

Harry de Kort had er onmiddellijk twee namen bij; Rocco Osterman, de eigenzinnige, virtuoze gitarist van Magic Fish en Wilbert Bulsink, het klassieke wonderkind op de piano, wat begonnen was op de muziekschool in Doetinchem, maar al op jonge leeftijd een muziekstuk voor het concertgebouworkest componeerde.

Die twee aan elkaar koppelen, dat moet wel iets heel bijzonders opleveren, zo was de gedachte.

Harry nam contact op met de bevlogen muzikant en muziekdocent Karel Giltay van muziekschool Doetinchem en samen besloten ze om ervoor te gaan, hetgeen makkelijker gezegd dan gedaan bleek. De twee stortten zich in een lang, onvoorspelbaar, grillig, langdurig avontuur, wat vaak leek niet te lukken, maar uiteindelijk toch gerealiseerd werd. Door de muziekschool werd uit leerlingen een orkest geformeerd en ex- Silvoldenaar, tevens lid van “De Ereprijs”componist Jeroen van Dijk werd benaderd om speciaal voor deze combinatie enkele stukken te componeren. De band Magic Fish zou daarnaast enkele eigen composities spelen.

Midden in het productieproces besloot frontman Rocco om een paar maanden naar Thailand te vertrekken.

Dit bracht de repetities en daardoor uiteraard ook de uitvoeringen behoorlijk in gevaar.

Ondanks alles kwam het wel tot twee vrij succesvolle, bijzondere uitvoeringen, waarvan ook een CD en een DVD werden gemaakt. Door de grote groep mensen, de enorme transportkosten, maar ook doordat een dergelijke grote groep moeilijk gemotiveerd is te houden, is nooit overwogen om met de productie te gaan toeren.

2002 begint financieel voorzichtig met de band “Outskirts of Blues”met op hammond de destijds in Silvolde wonende Marten van Holten. Een erg goede bluesband, maar nog erg onbekend. Tijdens het optreden wordt de eerste Live CD van de band opgenomen, met de titel “Live from the Warehouse”.

Het wordt een gevarieerd jaartje, met Pop rock van het studentikoze Charing Cross en Out of Order, steviger eigen werk van Soundsurfer, beginnen de popbandjes van de muziekschool, een presentatie van oefenbands uit de kelder van het Klooster in Ulft, tijdens “kelderpop”, een CD presentatie van top 100 band Crystal Dream , een popwedstrijd met als winnaar de later zelfs landelijk wat bekender wordende band “Busted”, reggae met Remission, punkrock met Kingpin, Laternpoll, of no Evil, One in a Million, rockabilly met Eric Corton en band, uiteraard een avondvullend optreden met Busted en een Hip hop night.

Hoogtepunt dit seizoen en 1 van de meest bijzondere momenten in het Pakhuus bestaan, iss de CD presentatie van de “Original Sixties R&B and Soul Show”, met als grote verassing het onaangekondigde optreden van wereldster Arthur Conley, die o.a. zijn eigen grote hit “Sweet Soul Music”samen met de band ten gehore brengt. Het zou een zeer gedenkwaardige avond worden. Helaas bleek pas later, dat dit het allerlaatste live optreden van mister Arthur Conley zou zijn. Enige tijd later overleed hij. Op fansites over heel de wereld staat sindsdien dit optreden als het allerlaatste van deze wereldster vermeld.

Variatie is en blijft het toverwoord voor ’t Pakhuus. Natuurlijk is het veel gemakkelijker om voor 1 doelgroep te programmeren. Dan kun je een vaste publieksgroep opbouwen in een genre. Bijvoorbeeld metal, punk, rock enz. enz. Met een vaste regelmaat (elke zaterdag) kun je je daar dan vervolgens landelijk mee afficheren.

Voor ’t Pakhuus is dit onmogelijk. Er is een minimaal budget waarbinnen maximaal 5000 euro per jaar verlies geleden mag worden op de entree. Er is een zeer kleine personele bezetting waarin iedereen een manusje van alles moet zijn, het ontbreekt structureel aan een publiciteitsbudget en aan geld voor apparatuur, kortom het is meer “van dag naar dag” leven en werken. Grote verliezen kunnen namelijk niet opgevangen worden. Omdat de monitoring echter ontbreekt (als zakelijk leider heb ik al 5 jaar geen duidelijke, regelmatige financiele overzichten meer gehad) is het heel erg moeilijk om het schip drijvend te houden.

Gelukkig is de rest van het personeel gedreven, flexibel, niet te beroerd om onregelmatig te werken, tolerant, vriendelijk naar de vrijwilligers en bezoekers en gelukkig zijn er ook genoeg leuke, vriendelijke, fanatieke vrijwillig (st) ers.

Dat, samen met het feit dat muzikanten er graag spelen en komen, verklaart ook de “gemoedelijke” uitstraling van ’t Pakhuus. Veel (niet alles) kan en er is veel humor, waardoor een ontspannen, goede werksfeer ontstaat.

Ook 2003 is weer een jaar vol variatie.

We vinden het leuk om met gastprogrammeurs te werken, dat is niet alleen leuk voor de sfeer, maar ook goed voor de variatie en voor de verjonging van het publiek. Dit seizoen organiseren o.a. Tommy Haccou en Carlos Stahn heel verschillende activiteiten. De eerste een aantal punkpop en punkrock avonden, de tweede een DJ night met hiphop.

Ook de band “Soundsurfer”speelt en er is een metal night. Nogmaals soul van de soulshow, punkrock met Selfish en No Wisdom en er komt een amerikaanse punkpopband op bezoek. “Strung Out” zij komen met een grote tourbus met aanhanger en maken diepe indruk met hun professionele optreden. Diverse coverbands en de “ouwe lullen band” Brainbox, in de originele bezetting met Kaz Lux als zanger sluiten het jaar af.

Brainbox trekt een volle zaal en zet een prima optreden neer.

Veel variatie dus dit seizoen.

Maar omdat het toch vooral de punkpop en punkrock muziek is die populair is op dit moment, wordt er flink in dat genre doorgeprogrammeerd. Latern Poll en De Niro spelen. Voor het eerst is er ook een “Stoner rock”festival. (Georganiseerd door gastprogrammeur Nienke Zonsveld).

De muziekscene valt steeds meer uiteen in kleine subcultuurtjes. Stonerrock, punkpop, punkrock, metal, gothic, enz enz.

Omdat ’t Pakhuus heel breed programmeert, moet elke doelgroep telkens opnieuw worden bereikt, wat heel erg lastig is.

Dit jaar wordt er ook weer serieus werk gemaakt van allerlei activiteiten voor muzikanten. Er zijn een slagwerk dag, een drumdemo en een bandcoach traject waaraan de jonge bands Remedy en Recycle meedoen.

De “League of Extra Ordinairy Gentleman” ( met ex Urban Dance Squad en Junkie XL zanger Rude Boy) treedt voor een slecht gevulde zaal op (en geeft een waanzinnig goed optreden). Er is een popwedstrijd voor Achterhoekse bands, Er zijn drie fantastische dagen met bands van toen en nu, ter gelegenheid van het boek “50 jaar popmuziek in Dinxperlo, Gendringen en Wisch” wat door het Staring Instituut wordt uitgebracht. Drie dagen lang wordt het Pakhuus podium bevolkt door 20 ers, 30 ers, 40 ers, 50 ers 60 ers en een enkele 70 er, allemaal met maar 1 doel; lekker muziek maken. Het wordt een supergezellig weekend met vele leuke verrassingen en optredens van ruim 25 bands.

Dit seizoen is er ook weer eens een premiere van een eigen productie. De “Dance Classic Disco Show”, een uit ruim 15 muzikanten samengestelde band, maakt zijn opwachting. Ook deze avond is weer een doorslaand succes. Later in het seizoen komt de band zelfs nog een keer terug.

2 punkrock nights en een door de soulshow georganiseerde “Arthur Conley Tribute Night”, met o.a. Julia Loko als gastzangeres completeren dit enerverende seizoen.

In 2005 willen we het eens anders aanpakken.

Een aantal nieuwe ideeen moet zorgen voor nieuwe impulsen en meer bekendheid van het podium.

Het boekingsbureau “Bart Kiers productions” wordt uitgenodigd om zijn hele stal van bands te presenteren.

Daarna doen we mee aan het “Uithoek festival”, een gezamenlijk initiatief van alle Gelderse theaters, met o.a. een optreden van de oost europese “Speedfolk”band “The Transsylvanians”. Rock in oosteuropese ritmes.

Met Dialogue en Viva Rosa komen de regionale bands aan bod en verder is het allemaal anders als anders. Er is dance met Mode Selector (nu Shock Royall) in combinatie met een spraakmakende lingerieshow en we hebben de band Jungle Funk (met Dough Wimbish van Living Colour) en verder heel veel festivals en wedstrijden.

Voor een deel ook uit nood geboren; er is nauwelijks geld voor de programmering en op deze manier kan een goed gevuld programma worden geboden, voor weinig geld.

Zo is er dus het Uithoek festival, een presentatiedag met popbandjes van de muziekschool, de popprijs van de Achterhoek, 4 voorrondes, 2 halve finales en 1 finale van de Clash of the Coverbands, het Skippybal festival, met punk bandjes, georganiseerd door gastprogrammeur Stephan Antonijs en, evenals vorig jaar, een aflevering van het “Open podium on tour”. Het seizoen wordt besloten met een optreden van de op schotse muziek gebaseerde folk-rock band “Scrum”, harde, stevige rock met doedelzak.

Hierdoor zijn er toch ruim 60 band optredens in dit popjaar te bewonderen.

Dit zal een trend worden, die noodgedwongen doorzet. Na de CD presentatie van “Fake no More” in Januari 2006 gaan we op deze voet verder met optredens van (nieuwe, jonge) bands uit de eigen oefenruimte, optredens van de eigen producties, de muziekschooldag, de finale van de Achterhoekse popprijs, met o.a Soulnerve en de Bloody Honkies, 3 Clashvoorrondes en drie halve finales van de Clash, het Open podium on tour, het “Moondown”festival, georganiseerd door Tommy Haccou als gastprogrammeur, met Laternpoll, Clueless en Tenement Kids. Verder een reprise van Scrum (omdat het zo’n bijzonder optreden was) een singer/songwriter; Michael Chapman, met als voorprogramma Edwin Pennock, en een eigen productie tussendoortje; Dit keer een rockshow voor kinderen. Uitgevoerd door een mix van leden van kindershow Warboel, cabaret duo Donders Stevig en  van de op dat moment door boekingsperikelen (het bureau ging failliet) minder spelende Soulshow, aangevuld met individuele muzikanten. Superleuk, met als hoogtepunt het optreden in de bijna uitverkochte grote zaal van schouwburg Amphion in Doetinchem, waarbij ruim 600 kinderen met zaklampen het podium verlichtten toen volgens het verhaal zogenaamd de stroom uit viel.

De eerste activiteit in 2007 is de finale van alle in 2006 gehouden voorrondes van de Clash.

Op de voet gevolgd door de Industrial Night met bands als “Anim Adverto” en “Deadcell”. Wederom geprogrammeerd door een gast;Trudy Overkamp. Ook in dit seizoen; De CD presentatie van  de Sinderens/Varsseveldse band “Morphine & Chocolat”.

Zoals gebruikelijk elke 10 jaar, speelt de band Barrelhouse, dit keer in combinatie met de Ulftse bands Statosphere en Blues Factor.

Dit jaar zijn er 2 finales, 2 halve finales en 2 voorrondes van deze popwedstrijd.

Verder is er heel veel aandacht voor de regionale bands. Na de blues zijn de dance (met Mode Selector en The Freaks), de vernieuwende rock, met NE1 en Balthazar, de moderne pop met Rcycle an alle in ’t Pakhuus oefenende bandjes, metal met Metalcore en  de disco met de eigen Dance Classic Discoshow aan de beurt. Een mengelmoes van stijlen, elk met hun eigen publiek en bezoekersgroep.

In 2008 worden als eerste 2 bands uitgenodigd met een muziekstijl waarvoor nog niet eerder veel aandacht was; symphonische rock. De bands “Autumn” en “Ellister” verschijnen als vertegenwoordigers van deze muziekstijl op het podium. Daarna wordt de lijn van de ruime aandacht voor de regiobands doorgezet.

Dit keer wordt gekozen voor het organiseren van thema avonden. Als eerste wordt de “Pakhuus Rocknight” opgezet, met Purple Haze, Jailbreak en Fan Halen. Bij vlagen spijkerharde rock uit de vorige eeuw,

Daarna volgt een “Tribute Night” , waarbij bands uit de oefenruimte worden uitgedaagd om de muziek van hun helden te spelen. De bands vertolken nummers van o.a. Anouk, Alice in Chains en Skunk Anansie.

Ook dit seizoen presenteerd de muziekschool een zestal nieuwe popbandjes. Verder worden er een scholierenfestival (met schoolbandjes uit de regio) en een “Dampende Rocknacht” (de laatste rocknacht voordat het rookverbod ingaat) georganiseerd. Op dit mini festival spelen o.a. Royal, Driven, Erg en Smokin’Aces, allemaal bands uit Silvolde/Ulft en omgeving.

Naast de finale en 2 halve finales + de 3 voorrondes van de Clash (elk toch weer goed voor 5 bands, dus samen ruim 30 bands) is ook de halve finale van de Gesel van Gelderland voor bands met eigen repertoire dit keer in ’t Pakhuus. Bands als Navarone, de Dutch Connection, The Cohens, Deanmoore en One day Cleaning strijden om een plek in de finale.

Ook een Metalnight ontbreekt dit seizoen niet. Fangor, New World Depression, Soulnerve en Detonation zijn de bands tijdens deze avond. Verder zijn er dit seizoen 2 bijzondere optredens. Als eerste natuurlijk de premiere van weer een eigen productie. Dit keer is het een band met latijns amerikaanse muziek. De “Banda Latina Cubanita «  De band bestaat uit 11 personen. Zoals gebruikelijk allemaal weer afkomstig uit allerlei andere bands. De band speelt swingende nummers en zal zelfs een singletje uitbrengen, naar aanleiding van het feit dat hun eerste openbare optreden buiten ’t Pakhuus, tijdens de koninginnedag in Doetinchem, ruw afgebroken moet worden op last van de gemeente.

En dan wordt het 2009……..

Na ruim 22 jaar in de eigen zaal en na meer als 30 jaar popactiviteiten organiseren in Silvolde, komt er een eind aan het poppodium. Het podium zal opgaan in de Dru fabriek. Met andere mensen en op een totaal andere manier zal hier aan de popmuziek een invulling worden gegeven.

Het is een beetje een triest jaar. Dat wordt nog eens extra versterkt door de tragische geschiedenis van Jannes, het driejarig zoontje van 2 van onze (ex) vrijwilligers, dat aan een ongeneeslijke vorm van kanker lijdt.

Omdat de ouders tijdens dit slopende proces graag bij hun zoontje willen zijn en de inkomsten sterk verminderden, besloten vrienden en kennisssen, waaronder ondergetekende, om snel, (in twee weken tijd ) twee benefietconcerten uit de grond te stampen. 1 in cafe ’t Centrum op zaterdag 6 en 1 in ’t Pakhuus op zondagmiddag 7 februari. Allerlei bands zegden spontaan hun medewerking toe. Bands als Combo Di Conjo, Shock Royal, Jailbreak, Magic Fish, Purple Haze en de vocalisten Masha Bijlsma en de rapper Tycoon. Tientallen vrijwilligers liepen zich de benen onder de kont uit om deze 2 concerten tot een succes te maken.

En dat lukte. Ruim 25.000 euro werd binnengesleept, waardoor de ouders gedurende het hele proces bij Jannes konden zijn.

Helaas mocht alle moeite die gedaan werd op medisch gebied niet baten. Jannes Slutter overleed op 17 April 2009.

Deze periode had grote invloed op de sfeer in ’t Pakhuus.

Samen met het naderende einde van de popzaal en de ongewisse toekomst voor de meeste betrokkenen drukte het de anders vaak goede sfeer enorm.

Ondanks dat, waren er toch nog een flink aantal concerten in deze periode. 2 Clash voorrondes, een flink aantal festivalletjes en een paar wat grotere optredens sluiten de Pakhuus popperiode af.

Het Pakhuus Festival met Streetcarb, Spawn en de Body Bags, is het eerst.

Daarna komt de Pakhuus Tribute Night. Opnieuw worden allerlei bandjes uitgedaagd om hun helden te imiteren. Dit keer zijn R.E.M., Herman Brood, Rory Gallagher en de Red Hot Chilli Peppers aan de beurt.

De band “Vet hot Chili peppers” die hieruit ontstaat zal vervolgens als Tribute band blijven bestaan naast de andere bands waarin de muzikanten die er deel van uitmaken spelen.

Onder de naam “Metaal Kabaal” wordt heftig gemusiceerd door Brutal Assault, Chiraw en Force Feed.

Door de muziekschool wordt weer de jaarlijkse poppresentatie gehouden, die, zoals altijd, weer goed is voor enkele honderden enthousiaste bezoekers.

Bijzonder is het optreden van de Silvoldse Harmonie St. Radbout in combinatie met de rockband Thursday@eight onder de titel “Rock in Harmonie”.

De band “State”met Idols deelneemster Paulien treedt op, met in het voorprogramma 1 van de oefenbandjes; “I.C.E.”. en in dezelfde maan (Mei) volgt een optreden van de ooit legendarische Nederlandse symphonische rockband “Alquin”. “Destijds konden we ze niet betalen en nu wel; Eindelijk gerechtigheid dus, aldus Harry de Kort van ’t Pakhuus”.

En dan is het Juni; het allerlaatste weekend van ’t Pakhuus nadert met rasse schreden. Op 13, 14 en 15 Juni is het dan zo ver.

Na een gezellige avond met alle vrijwilligers en oud- vrijwilligers volgt een gratis toegankelijk optreden van The Dance Classic Discoshow op zaterdag. Tenslotte treden op zondag allerlei regionale bandjes op, waaronder BB Gilmore, Boutt, I.C.E., Blues Factor, de Vet Hot Chilli Peppers, Benno Huijbers, Erg en Jailbreak.

Hoewel het een heel gezellig weekend is, valt de opkomst een beetje tegen. 3x een ongeveer halfvolle zaal. Jammer, maar wel een beetje exemplarisch voor ’t Pakhuus, waar het bij veel concerten, door allerlei redenen, waaronder zeker de ligging, vaak “net niet” druk genoeg was om lekker uit de kosten te komen.

Doorgaan op de huidige locatie heeft dan ook geen zin. Van verhuizen naar de Dru fabriek, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, is inmiddels geen sprake meer.

De winst, en daar heeft ’t Pakhuus zeker aan bijgedragen, moet gezocht worden in het feit dat de popmuziek nu serieus wordt genomen. Serieus genoeg, om een mooie, goed geoutilleerde zaal neer te zetten, met een echt programmeerbudget. Of het ook echt een popzaal zal worden met naam en faam, waarin de muzikanten en het publiek zich thuis voelen, dat zullen we moeten afwachten, maar dat er nu voor het eerst in de achterhoek een speciaal voor popmuziek gebouwde zaal verrijst, is toch zeker de grote verdienste van het baanbrekende werk op dit gebied, wat tussen 1979 en 2009 verricht werd door het eerste en misschien ook wel het laatste niet commerciële poppodium van de achterhoek; Poppodium ’t Pakhuus te Silvolde.

Van 't Pakhuus naar de DRU Fabriek.

Wat velen niet weten is, dat de plannen voor de Dru fabriek ook grotendeels uit de koker van ‘t Pakhuus komen. Ik heb in 2006 op verzoek van de stichting waar ik werkte en waaronder ‘t Pakhuus viel, een opzet geschreven voor de Dru. Een heel groot deel is daarvan verwezenlijkt, hoewel anderen grotendeels de credits hiervoor naar zich toe getrokken hebben. Misschien toch wel leuk om er nog eens doorheen te kijken. (Muziekplan Ulft, concept 3).

Een groot deel (met name betreffende de ideeën over het poppodium) is helaas nooit van de grond gekomen.(Zie; “Een realistische culturele programmering”).

Kortom; Het huidige culturele aanbod vindt voor een heel groot gedeelte (zeker als je ook kijkt naar de schoolvoorstellingen en alle andere theaterinitiatieven) zijn oorsprong in Silvolde en ‘t Pakhuus heeft daar een heel grote rol in gespeeld.

 

Concept voor een centrum voor muziek en dans in Het Gietelinck,

gemeente Oude IJsselstreek.

Auteur

Harry de Kort

Stichting Welzijn Wisch

10-6-2006

Woord vooraf

Stichting Welzijn Wisch (SWW) ondersteunt de ontwikkeling van een uitgebreidere culturele voorziening dan binnen  het gebruikelijke sociaal cultureel werk past. Dat doet zij vanuit het maatschappelijk perspectief dat de bevolkingsdichtheid in en rond Ulft  zo’n voorziening rechtvaardigt. Zeker omdat de afstand tot andere vergelijkbare voorzieningen dusdanig is, dat er mogelijkheden zijn. Belangrijk is, dat zo’n nieuw cultuurcentrum zich onderscheidt van andere voorzieningen in de regio.

Vanuit dat maatschappelijk perspectief heeft de directie van SWW Harry de Kort gevraagd zijn visie op zo’n nieuw centrum op papier te zetten. Dit visiestuk ligt nu voor u en het ademt een enthousiasme en een gedrevenheid uit, wat een nieuw centrum nodig heeft om haar naam te kunnen vestigen.

Stichting Welzijn Wisch heeft echter ook belangrijke aandachtspunten bij de continuïteit van haar sociaal-maatschappelijke functie in de kern Silvolde. Realisatie van een goed functionerend wijk/dorpsteunpunt is een voorwaarde voordat functies vanuit het huidige centrum ’t Pakhuus onder een nieuwe noemer gebracht kunnen worden.

In goed overleg met de gemeente kunnen hier overeenkomsten over gesloten worden. Door de participatie van de gemeente en SWW in de pilotgroep De Lichtenberg zijn al enkele contouren geschetst. Uitwerking van de wijk/dorpsteunpuntfunctie zal in 2006 verder gestalte krijgen.

Met dit visiestuk  is aangegeven waar met betrekking tot de podiumfunctie van ’t Pakhuus toekomstmuziek in zit: een nieuw centrum voor muziek en dans in Het Gietelinck!

Jack van Liesdonk

Directeur Stichting Welzijn Wisch

Inhoudsopgave:

Voorgeschiedenis

't Pakhuus nu

De huidige personele bezetting

Het huidige gebouw

Verplaatsing van de podiumactiviteiten

De nieuwe omgeving

't Pakhuus straks

Doelstellingen

Uitgangspunten

Functies en activiteiten

Beheersvorm

Participanten

Directe participanten

Indirecte participanten

Public Relations

Huisvesting

Financiering van de exploitatie

Personele bezetting

Acties tot nu toe

Reacties op de plannen

Invulling van de programmering door opleidingen

Hoe nu verder

Ideeën voor de verdere invulling van de plannen

Vervolgacties binnen Stichting Welzijn Wisch

Voorgeschiedenis:

Al in de jaren 60 ontstond in Silvolde, aanvankelijk op initiatief van de katholieke kerk maar al snel overgenomen door een lokale stichting, een jongerencentrum. In dit centrum vonden destijds al de eerste optredens van bandjes plaats. Het was dan ook logisch dat het jongerenwerk en het sociaal cultureel werk in Silvolde het laten optreden van bands tot onderdeel maakte van haar reguliere programma.

De Stichting Sociaal Cultureel Werk Wisch hechtte steeds meer belang aan ’t Pakhuus als cultureel podium. Het voortdurend bijblijven, de verbreding van de doelgroepen en het uitbreiden van de inhoud van een consumptief podium naar een producerend podium en het toevoegen van educatieve elementen aan het geheel, onderstreepten de voortdurende vernieuwing van ’t Pakhuus. De succesvolle eigen producties zorgden voor een steeds groter wordende erkenning in de regio.

De publicatie van de wil om in de nieuwe gemeente een volwaardige podiumplaats te krijgen in de oude DRU fabriek en de sterke lobby voorafgaande aan de herindeling richting de gemeente Gendringen en haar ‘Huttenplannen”, hadden inmiddels ook al duidelijk hun vruchten afgeworpen. ’t Pakhuus stond als poppodium al ingetekend in het nieuwe plan en wordt nu al als één van de pijlers van het nieuwe cultuurcluster beschouwd.

’t Pakhuus nu:

Op dit moment is ’t Pakhuus een sterk, drukbezocht, goed functionerend centrum. De naam “Pakhuus” is bijna een merknaam geworden, synoniem voor veel (en kwalitatief goede, soms spraakmakende, vaak originele) activiteiten en heeft een grote bekendheid in de regio. Welzijns- en culturele activiteiten bestaan en floreren naast elkaar.

’t Pakhuus staat bol van de activiteiten. Van september tot en met juni is er praktisch elke week een grote activiteit. Er oefenen 26 bands in het centrum, er wordt regelmatig een eigen (meestal spraakmakende) productie gemaakt. Er vinden veel optredens plaats, tevens zijn er  voorstellingen voor en projecten met scholen. Het bezoekersaantal is hoog, al jaren gemiddeld meer dan 15.000 personen per seizoen en de leeftijden zijn divers.

’t Pakhuus vervult in Silvolde tevens een dorpshuisfunctie.

De huidige personele bezetting:

Het bovenstaande wordt gerealiseerd met een betrekkelijk kleine personele bezetting:

1 HBO kracht voor 28 uur per week

1 MBO kracht voor 26 uur per week (via ISWI) voor techniek, programmering en publiciteit

2 parttime beheerders via Wedeo (54 uur per week)

1 assistent beheerder via Wedeo (20 uur per week)

1 parttime huishoudelijk medewerkster (12 uur per week)

Het huidige gebouw:

Aan de accommodatie en de bijbehorende faciliteiten is sinds 1976 (de opening) veel verbeterd. In 1987 en 1997 zijn er twee verbouwingen geweest en in 2002 is het podium voorzien van airconditioning en zijn de nodige veiligheidsmaatregelen genomen.

’t Pakhuus beschikt over een gebruiksvergunning. Er mogen maximaal  700 personen tegelijkertijd in het gebouw verblijven. Het gebouw is zeer praktisch en gebruiksvriendelijk. De grote zaal van ’t Pakhuus (450 staanplaatsen) is gelijkvloers, goed geïsoleerd, gemakkelijk bereikbaar en voorzien van tweedubbele laad- en losingangen. De zaal heeft goede zichtlijnen en is goed geoutilleerd. Ook is er bij het gebruik van de zaal geen enkele overlast voor de rest van het gebouw, de zaal is bovendien variabel qua grootte en voor allerlei doeleinden te gebruiken. ’t Pakhuus ligt lekker vrij, met een flink stuk eigen terrein eromheen. ’t Pakhuus heeft momenteel de beschikking over 7 ruimtes, waaronder 2 kleed/vergaderruimtes, een ruim kantoor en een behoorlijk magazijn, direct grenzend aan de grote zaal.

Verplaatsing van de podiumactiviteiten:

Er zijn voornemens, om de podiumactiviteiten te verhuizen naar het oude DRU complex.

Het verhuizen van de podiumactiviteiten van Silvolde naar Ulft is ingegeven door het streven naar verbetering en verbreding ervan. De welzijnsactiviteiten kunnen dan worden ondergebracht in het nieuwe wijksteunpunt in Silvolde.

De nieuwe omgeving:

Het “Huttenplan” werd het genoemd, naar het complex van de Oude Dru fabriek (“De Olde Hut”) langs de Oude IJssel in Ulft.

Inmiddels is het totale plan “Het Gietelinck” gedoopt. Een Gieteling is een gegoten eindproduct, maar is tevens een vogel (merel). De naam geeft enerzijds de verbondenheid weer met de oude fabriek, maar suggereert ook iets nieuws (een nieuw product) en iets wijds, met veel vrijheid.

Er vormt zich langs de Oude IJssel een mooie, open wijk, met woningen in de oude gebouwen, maar ook moderne, vrije woningen aan het water, woningen met studio’s en ateliers en een cultuurcluster. Ook de bibliotheek, het ijzermuseum en de lokale omroep gaan zich er vestigen.

Het zou mooi zijn als de omgeving van het cultuurcluster ook inspirerend wordt ingericht; met een buitenpodium, een waterspeelplaats voor kinderen, een speelveld, kunstwerken, een terras, roeibotenverhuur, kunst- en andere winkeltjes en ateliers, eetgelegenheden, een ambachtelijke brouwerij, restaurant e.d.

’t Pakhuus straks:

’t Pakhuus wil serieus genomen worden als podium en streeft sinds 2002 naar de realisatie van een regionaal centrum voor muziek (en dans) in de gemeente Oude IJsselstreek.

Muziek en dans moeten ons inziens de hoofdsignatuur worden. Secundair worden dan zaken als kleine theatervoorstellingen, schoolvoorstellingen (voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs) theatersport, congressen etc.

Doelstellingen:

Het centrum moet een staalkaart bieden van (in de regio) aanwezige culturele expressie-vormen en presenteert deze tegen een redelijke entreeprijs.

Het centrum ontplooit activiteiten voor allerlei doelgroepen en leeftijden.

Samen met andere culturele instellingen is het podium verantwoordelijk voor een kleurrijk, gevarieerd en zo regelmatig mogelijk aanbod van cultuur, om zodoende de leefbaarheid te bevorderen.

Het centrum moet ruimte bieden aan experimenten, probeert in een vroeg stadium talent te ontdekken, interessante en relevante stromingen op te pikken en deze te presenteren.

Het nieuwe cultureel centrum moet midden in de samenleving staan en ook een maatschappelijke functie hebben.

Het centrum stelt zijn kennis en ervaring ter beschikking voor ondersteuning, zowel organisatorisch als fysiek, van andere culturele initiatieven elders in de gemeente (scholen, festivals, culturele organisaties).

Het moet een cultureel werkeiland worden in het centrum van de nieuwe gemeente Oude IJsselstreek. Het centrum moet kansen bieden aan schoolverlaters, scholieren, studenten (stagiaires), vrijwilligers en aan mensen met een uitkering.

Uitgangspunten:

De bezoekers kunnen hier kennis maken met diverse cultuuruitingen en daardoor wordt de interesse gewekt voor kunst en cultuur in het algemeen. Het podium draagt bij aan de ontwikkeling van smaak en mening. Op het podium kan men zich als artiest ontwikkelen.

Bezoekers en medewerkers worden aangemoedigd en gestimuleerd om iets te doen met hun eigen talenten, op, voor of achter het podium. Het idee achter dit alles is, dat men in het centrum ervaring en werkritme kan opdoen en kennis kan maken met een breed scala aan vakgebieden.

Het centrum moet een plek zijn waarin muzikanten en muziekliefhebbers op voorhand vertrouwen hebben, doordat de participanten al een goede naam hebben bij de doelgroep.

Het is daardoor een ontmoetingsplek waar mensen herkenning vinden, elkaar stimuleren en adviseren en ideeën uitwisselen.

Het moet een centrum worden waar bezoekers, deelnemers en vrijwilligers een sociaal netwerk kunnen opbouwen, reclasseringscliënten en Halt jongeren zinvolle werkervaring kunnen opdoen en waarin, samen met de scholen in de regio, een grote diversiteit aan stageplekken aangeboden worden.

In een dergelijk centrum komen onder andere de volgende werkervarings / leermogelijk-heden voor in de volgende sectoren:

Horeca                 : Barbeheer en -organisatie, hygiëne, voorraadbeheer, omgaan                                   met alcoholgebruik en -misbruik.

Administratie        : Boekhouden, brieven opstellen, gegevensverwerking,                                                kaartverkoop.

Techniek              : Licht en geluidstechniek, reparaties en onderhoud, besturings-                                 techniek e.d.

Programma          : Boekingen, onderhandelen, contracten opstellen, risico’s                                            inschatten, budgetbeheer, publiciteit.

Beheer                  : Planning, schoonmaakwerk, reparaties en onderhoud;                                              timmerwerk, schilderwerk en metaalbewerking.

P.R.                      : Ontwerp van flyers, posters, persberichten e.d.

Daarnaast zijn er nog aspecten op de gebieden van: beveiliging, decorbouw, P&O, productieplanning en -leiding, kunst en cultuur, educatie etc.

Functies en activiteiten:

De podiumfunctie voor amateur-musici:

In deze regio is een groot aantal inwoners actief in de muziek. Er wordt heel veel muziek gemaakt van amateur en beginnend tot op semi professioneel en professioneel niveau.

Popmuziek is inmiddels muziek die gemaakt wordt door jongeren en ouderen en de concerten worden door alle leeftijdsgroepen bezocht. Er is dus een groot draagvlak voor muziek. Naast muziekbeoefenaars zijn er in totaal nog veel meer muziekluisteraars en concertbezoekers in deze regio. Voor alle muziekgroepen is het van groot belang dat ze ergens kunnen optreden en voor alle luisteraars is het belangrijk om de beoefenaars te kunnen zien en horen. Veel muziekverenigingen en bands willen met enige regelmaat wat groter uitpakken of zich op een bijzondere manier presenteren. Men zou dan enkele dagen voorafgaand hieraan over de ruimte moeten kunnen beschikken, om extra zorg aan decor, geluid en licht te kunnen besteden of extra repetities te kunnen houden.

Daarvoor ontbreekt het binnen dit gebied aan een goed geoutilleerd podium. Het is hierbij belangrijk, om zelf initiatieven te ontplooien door bijvoorbeeld optredens van beginnende bands te organiseren. Met name in een gebouw waarin zowel traditionele als moderne muziekvormen beoefend worden, waar jong en oud komen om te repeteren of om te kijken en luisteren, kortom in een dergelijke muzikale speeltuin kunnen interessante kruisbestuivingen en samenwerkingsprojecten ontstaan en veel muzikale ontmoetingen plaatsvinden.

Dance, DJ’s, party’s en afterparty’s:

Tot nu toe zijn er slechts sporadisch Dance- en Houseactiviteiten georganiseerd. Dit heeft erg veel te maken met imago en sluitingstijden. Om een rol te kunnen vervullen in dit circuit, moeten de sluitingstijden gelijk zijn aan die van de grote discotheken in de regio.

De podiumfunctie voor professionele artiesten:

Om als podium serieus genomen te worden, is het van het grootste belang, dat er ook voorstellingen van professionele artiesten te zien zijn. Jongeren trekken zich graag op aan voorbeelden, idolen. Amateur-musici willen leren van hun voorbeelden. Een centrum is pas een echt muziekcentrum als de muzikanten er in hun vrije tijd, vanzelfsprekend heengaan. Het moet voor iedere muziekliefhebber, muzikant of bezoeker, duidelijk zijn dat dit “The Place to be” is.

‘t Pakhuus heeft al veel ervaring met het organiseren van voorstellingen voor bekende, professionele artiesten en is de enige openbare instelling in de gemeente Oude IJsselstreek met die expertise in huis. Voor een podium als dit is ook het binnenhalen van try-outs van grote namen en het meeliften op tournees van buitenlandse artiesten in Nederland of Duitsland een optie.

Een ander deel van de professionele programmering (met name op theatergebied) zou mogelijk ingevuld kunnen worden door schouwburg Amphion in Doetinchem. Ook de professionele podiumprogrammering moet in hoofdzaak bestaan uit muziek en dans.

Hierbinnen moet ook oog zijn voor vernieuwing met nieuwe stijlen en trends.

De educatieve functie:

De laatste jaren groeit (o.a. bij het basisonderwijs en voortgezet onderwijs) de behoefte aan een educatief podium. Een plek waar men niet alleen professionele cursussen kan volgen, maar van waaruit ook ondersteuning gegeven wordt aan bijvoorbeeld CKV docenten in het voortgezet onderwijs en van waaruit een aanbod gedaan wordt naar zowel het basis als het voortgezet onderwijs. Ook alle reguliere schoolvoorstellingen voor het basisonderwijs in de gemeente zouden in het nieuwe centrum kunnen plaatsvinden.

Meerdere cursussen kunnen samen met de opleiding Sound en Vision of de regionale muziekschool ontwikkeld worden, maar zijn zeker ook interessant als aanbod voor bijvoorbeeld het Almende college en de inwoners van de regio.

Het “productiehuis”, de werkplaats:

Veel muzikanten en amateursgezelschappen willen hun grenzen verleggen, nieuwe uitdagingen zoeken en contacten leggen. Men is op zoek naar nieuwe, spraakmakende projecten buiten de eigen muzikale grenzen, naar uitdagingen.

In het verleden door ’t Pakhuus geïnitieerde en gestimuleerde projecten zoals “Birds” (i.s.m. de muziekschool voor klassiek orkest en gitaarrockband), “The Original Sixties R&B and Soul Show”, “The Dance Classic Disco Show” en zeer recent “Warboel en de Ruige Rock Bende”, spreken tot de verbeelding.

Vooral veel ex-beroepsmuzikanten en semi-professionals, die vaak al jaren in kleine formaties overal gespeeld hebben, willen wel eens iets groots en bijzonders doen, wat overzichtelijk is qua lengte, tijdsinvestering en tijdsduur.

Harmonieën en koren zijn op zoek naar voor hun vernieuwende en verjongende vormen en hopen daar een nieuw (jonger) publiek en nieuwe deelnemers mee te trekken.

Soms slagen dit soort initiatieven op eigen kracht, vaak ontbreekt het aan geld (met name voorfinanciering en garantstelling) maar zeker ook aan deskundigheid en ervaring met dit soort producties en contacten. ’t Pakhuus heeft die ervaring wel en heeft bewezen hierin succesvol te kunnen zijn.

Er moet een financiële buffer komen voor spraakmakende projecten.

De Studio, het multimedia centrum:

Erg veel mensen (met name jongeren) zijn thuis bezig met muziek. Het mixen en maken van  eigen muziekstukken en -clips, veelal met studioprogramma’s op de computer.

Samen met de opleiding Sound en Vision, Multimedia en wellicht partners als Optimaal FM en de Silvox studio of mogelijk Graafschap TV, zou een combinatie van studio en multimediacentrum kunnen worden ingericht.

Behalve cursussen en workshops voor belangstellenden, kunnen hier overdag lessen gegeven worden, achtergrondprojecties voor de popzaal en (multimedia) presentaties voor het ijzermuseum en de locale omroepen gemaakt worden en (door leerlingen gemaakte) reportages gemonteerd worden e.d. Daarnaast kunnen in deze studio live uitzendingen verzorgd worden. (Amateur)muziekgroepen kunnen hier een demo/promotie opname maken.

Het boekingsbureau:

De eigen producties vormen vaak een mooie aanvulling op de culturele kaart van de Achterhoek en hebben ook een zekere promotionele waarde daarbuiten. Sommige eigen producties verdienen het om vaker, ook buiten de regio, opgevoerd te worden. Zij willen ook vaak verder, en kunnen een verrijking zijn voor het culturele leven in de achterhoek en daarbuiten. Maar wie zet ze in de markt en prijst ze aan? Dat zou de functie kunnen zijn van het boekings- en organisatiebureau. Niet alleen voor de eigen producties, maar ook voor de vele kwalitatief goede amateurgroepen uit de directe omgeving. Studenten van de rockacademie en/of van administratief-economische opleidingen zouden dit structureel als stageopdracht kunnen doen.

De ondersteunende functie:

Hierbij wordt ondersteuning geboden aan organisaties in de gemeente en regio, die festivals op muziek- en theatergebied organiseren of een grote uitvoering gepland hebben. Ondersteuning op het gebied van techniek, organisatie, maar bijvoorbeeld ook het leveren van een regisseur of muzikaal leider e.d.
De opleiding Sound en Vision kan ook projecten daadwerkelijk fysiek technisch ondersteunen.

De Technische poule: in het regionaal theateroverleg, is het plan voor een “technische ondersteuningspoule” door ’t Pakhuus ingebracht, waarbij leerlingen van Sound en Vision technisch bij de voorstellingen in de kleine zalen assisteren onder begeleiding van de huistechnicus (indien aanwezig) en tegelijk als stagiaire mee kunnen draaien in de technische ploegen van de schouwburg(en).

De Muziekbusinessclub: ook kan in deze afdeling een database worden ondergebracht met adressen van ondersteunende bedrijven op het gebied van licht, geluid, podia, multimedia en public relations, artiesten, kunstenaars, organisatoren en sponsoren e.d. in de directe omgeving. Om een dergelijke database op te zetten en om het draagvlak en de betrokkenheid bij het centrum te vergroten is het oprichten van een “muziekbusiness club” mogelijk een goed idee. Deze club zou mogelijk ook een rol kunnen spelen bij de financiering van spraakmakende projecten, voorstellingen en/of eigen producties.

De facilitaire functie:

Het aanbieden van repetitie- en vergaderruimtes aan grote en kleine muziek- en

dans gezelschappen. Hier valt o.a. onder de huidige facilitaire functie voor activiteiten van andere verenigingen van de Smeltkroes in Ulft.

Het aanbieden van een goed geoutilleerde, veilige accommodatie (voor jubileumvoor-stellingen e.d.)  die gedurende een aantal dagen voorafgaand aan een evenement  beschikbaar is voor repetities, doorloop etc.

De verhuur van ruimtes voor congressen, uitwisselingen met andere gemeentes, vergaderingen e.d.

Filmvoorstellingen en theateroptredens:

De vraag dient beantwoord te worden of een dergelijk centrum hierin moet voorzien.

Uit een Nipo publieksonderzoek blijkt dat aan bepaalde kleinschalige theatervormen veel behoefte is. Ook schooltheater (theatersport, leerlingentheater, culturele maar ook vormende educatieve voorstellingen) wordt steeds belangrijker. Als theater ook onderdeel wordt van het geheel, kan dit door voorstellingen te boeken, maar ook door een aanbod van theater (sport)cursussen, dramalessen voor kinderen en volwassenen, het opstarten van theaterproducties in de werkplaats, maar ook cursussen decorbouw  enz. Ook kindervoorstellingen in vakantieperiodes, familievoorstellingen en voorstellingen voor ouderen behoren tot de mogelijkheden. Het aanbieden van een speelplek aan theatergroepen uit de regio is interessant voor zowel die groepen als voor de inwoners van de gemeente.

Beheersvorm:

De meest voor de hand liggende mogelijkheid is, dat ’t Pakhuus en de Smeltkroes uit Ulft samen het nieuwe cultureel centrum gaan vormen. Na diverse gesprekken tussen ondergetekende en het Smeltkroesbestuur is geconstateerd, dat een samen opgaan van beide instellingen in één nieuw centrum te prevaleren is boven het apart huisvesten van beide centra afzonderlijk in het cultureel cluster. Ook de verantwoordelijk wethouder van de gemeente heeft al aangegeven deze ontwikkeling toe te juichen. Door samen één centrum te vormen kunnen veel zaken gecombineerd worden. Zalen zijn flexibeler te gebruiken, veel voorzieningen (opslag, kantoor, grand café) zijn  te combineren, en ook op het exploitatievlak (horeca, personeel) liggen er veel mogelijkheden. Op meerdere fronten levert dit de meeste synergie op. Als deze keuze gemaakt wordt, dan lijkt het samen opgaan van beide centra in één stichting het meest logisch. De podiumfunctie van ’t Pakhuus zal dan losgeweekt moeten worden van de Stichting Welzijn Wisch.

Participanten:

Gelet op het voorgaande, zijn er (naast de Smeltkroes) een aantal participanten mogelijk (en wenselijk). Ik wil ze onderscheiden in directe en indirecte participanten.

Directe participanten (fysiek in het gebouw aanwezig, bijvoorbeeld met een eigen kantoor):

De regionale muziekschool Doetinchem en muziekschool Gendringen e.o.

Voor het educatieve aspect, het geven van muzieklessen in het muziekcentrum op professioneel niveau, de muzikale begeleiding van projecten, hulp bij het opzetten van workshops en cursussen, de contacten met muzikanten zowel met  degenen die spelen in popbands als met die bij harmonieën en fanfares. Uit een zeer positief gesprek met de muziekschool Doetinchem, blijkt een grote bereidheid om te participeren in een dergelijk centrum en de toebedachte rol te vervullen. Wel gaf men duidelijk aan niet te willen investeren in het gebouw, daarentegen is men wel bereid tot het afsluiten van een langlopend huurcontract, voor een aantal variabele ruimtes en één eigen (kantoor/personeels)-ruimte.

Het ROC Rijn IJssel uit Arnhem/Bemmel

Zij willen met meerdere opleidingen participeren in het project. Deels als uitvalsbasis met dependanceachtige trekjes, maar vooral als praktijk opleidings centrum.

De opleiding Sound en Vision van het ROC gaat, behalve voor technische workshops en cursussen, overdag ook gebruik maken van de faciliteiten voor de lessen en kan in ruil daarvoor technische (begeleide) ondersteuning bij amateursvoorstellingen bieden door middel van stagiaires/leerlingen.

Ook het ROC wil niet investeren in het gebouw maar wil wel structureel ruimtes huren voor lessen en praktijk (theaterzalen, vergaderruimtes, productieruimte, werkplaats, studio’s). Ook wil men 1 of 2 eigen ruimtes permanent huren. De front office taken wil men graag combineren met die van andere gebruikers.

Het Graafschapcollege uit Doetinchem

Zij kunnen stagiaires leveren voor hulp bij de programmering, administratie, public relations e.d. Zij gaan ook een rol spelen in het “bemensen” van de horecafaciliteiten  door participatie van leerlingen die de horecaopleiding volgen. Tevens zullen zij (een deel van) de beveiliging van het complex gaan invullen. Sociaal cultureel werk- stagiaires kunnen tevens worden ingezet bij de organisatie van activiteiten op theater- en muziek gebied (zoals nu ook al in ’t Pakhuus gebeurt).

Letterlijk “op enige afstand” kunnen ook als “directe” participanten beschouwd worden:

Optimaal FM in het naastgelegen gebouw, maar wel belangrijk als stageplek.

Het IJzermuseum en de Openbare bibliotheek; idem.

Indirecte participanten (niet fysiek in het centrum aanwezig):

Schouwburg Amphion te Doetinchem.

Zij zouden, mogelijk in ruil voor de bijdrage van de gemeente Oude IJsselstreek aan de nieuwe schouwburg voor de regio, een deel van de professionele programmering in het centrum kunnen onderbrengen en wellicht ook enige professionele technische ondersteuning kunnen leveren.

Het Almende college (o.a. locatie Wesenthorst in Ulft)

De Wesenthorst speelt met de gedachte om een soort specialisatie (project) in het laatste jaar in te gaan voeren, als “vooropleiding” op vmbo niveau naar de “Sound & Vision”- opleiding.

Ook heeft de Wesenthorst een horecaopleiding (op vmbo niveau). Deze zou in te passen moeten zijn met de horeca-invulling van het Graafschapcollege.

De Rockacademie van Fontys hogescholen in Tilburg

Kunnen stagiaires leveren voor hulp bij de programmering, het boekingsbureau e.d.

Public Relations:

P.r.-beleid is erg belangrijk voor een centrum van deze omvang. Een goede website die up to date is, met een gastenboek, fotoalbum, actuele agenda, kaartenreservering en technische gegevens, recensies en achtergrondinformatie over het programma en links naar sites van andere zalen is onontbeerlijk. Voor de p.r. moet een goed beleidsstuk gemaakt worden. Er moet budget zijn voor een jaarprogrammaboekje, abonnementenverkoop, posters, flyers, sandwichborden, advertenties en commercials e.d. Over email en sms-messaging moet goed nagedacht worden. Ook hier kan de bij de opleidingen aanwezige know how  (marketing) een rol in spelen.

Huisvesting:

Het nieuwe centrum moet beschikken over meerdere ruimtes, deels met een specifieke sfeer. Een echte, goed geoutilleerde popzaal, een mooie grote uitvoeringszaal met goede faciliteiten, diverse repetitieruimtes van klein tot groot, een productieruimte, voor het maken van eigen voorstellingen, een studio/multimediacentrum, reparatiewerkplaats, opslagruimte, vergaderfaciliteiten en een gezellige, centrale, grote ontmoetingsruimte met grand café allure.

De ligging, bereikbaarheid, laad- en losfaciliteiten, geluidsisolatie en veiligheid moeten in orde zijn.

De “Front office” functie, een receptie, waar ook kaartverkoop, informatie e.d. mogelijk is, zou een centrale functie kunnen zijn waar alle gebruikers hun voordeel mee kunnen doen.

Het gebouw moet geen “architectengebouw” worden. Naast mooi en sfeervol, moet het vooral praktisch en veilig zijn. Het moet  arbotechnisch in orde zijn en vooral werkbaar zijn.

Financiering van de exploitatie:

Externe subsidies (programmafonds voor de podiumkunsten, specifieke subsidies voor jazz, lichte muziek e.d. en popsubsidie van de Stg. Kunst en Cultuur Gelderland), maar voor een aanzienlijk deel ook bar- en entreeopbrengsten vormen een belangrijk deel van de exploitatie-inkomsten. Een groot deel zal ook moeten komen uit incidentele en structurele verhuurinkomsten (presentaties, uitvoeringen, overige zaalverhuur). Ook de medepartici-panten (scholen) zullen door het betalen van huur en het leveren van mankracht (stagiaires) de exploitatiekosten gunstig beïnvloeden. Daarnaast levert het organiseren van (para) commerciële activiteiten zoals congressen, beurzen, recepties en ontvangsten, gemeentelijke uitwisselingen e.d. extra inkomsten op. Deze paracommercie dient wel goed afgebakend te worden ten opzichte van de horeca. Ook boekingen van het eigen boekingsbureau kunnen inkomsten opleveren. Het centrum zal voor een groot deel op basis van cultuursubsidies zijn programmering moeten samenstellen. In het kader van de realisatie van “gemeentelijke werkplaatsen” als uitvloeisel van de veranderde sociale wetgeving is wellicht ook nog subsidie te krijgen voor het creëren van werkplekken voor bijstands-gerechtigden.

Desondanks leert de ervaring in den lande, dat de (gemeentelijke) overheid erop moet rekenen dat er jaarlijks een flink bedrag bijgepast moet worden.

Personele bezetting:

Als we de al eerder genoemde werksoorten in het nieuwe centrum: programmering en p.r., theatertechnisch beheer, horeca, administratie allemaal als een “sector” beschouwen, dan zou de bezetting van het centrum zo moeten zijn, dat elke sector geleid wordt door een fulltime, maar liever nog 2 parttime terzake deskundige, gekwalificeerde personeelsleden in vaste dienst. Deze moeten niet alleen capaciteiten hebben op het betreffende vakgebied, maar ook op het gebied van begeleiding van vrijwillige medewerkers, stagiaires en personeel met een nul-uren contract.

De sectormedewerkers dienen ook als “achtervang” (indien er onverhoopt tekorten op personeelsgebied ontstaan), want uiteindelijk moet het programma in het centrum wel ten allen tijde uitgevoerd kunnen worden. Zij bewaken tevens de stagewerkplannen van de scholen. Voor alle stagiaires wordt individueel een traject vastgesteld. De sectormede-werkers stellen samen met de betrokkene een plan op en per persoon wordt regelmatig gekeken hoe het traject verloopt en wat de volgende stap is. Het is niet ondenkbaar dat zij tevens in dienst zijn bij één van de opleidingen en daarvoor de lessen en/of begeleiding van leerlingen gedurende een aantal uren per week verzorgen (of andersom: docenten die enkele uren in het centrum werken).

Voor de dagelijkse werkzaamheden geloof ik vast in het principe van tweetallen. Liever twee (parttime) personen voor een functie als beheerder, dan 1 fulltime. Bij uitval loop je niet meteen vast, er kunnen taken verdeeld worden en sommige zaken kunnen gezamenlijk

aangepakt worden. Er moet dus ook een overlap zitten in werkmomenten, waardoor zij beiden aanwezig zijn. In ’t Pakhuus heeft deze theorie zich al meerdere malen in de praktijk bewezen.

Op grond van de genoemde sectoren zou je zodoende tot de volgende personele bezetting kunnen komen;

1 (part time) directeur. Hij stippelt de koers uit, is eindverantwoordelijk voor de programmering en is initiator, zakelijk leider. Hij onderhoudt de contacten met de opleidingen, reclassering, sociale diensten, de politiek, de externe subsidiegevers en de deelnemende bedrijven. Hij is tevens naar de buitenwereld “ het gezicht” van het centrum.

1 (parttime) bedrijfsleider (adjunct directeur). Hij vervangt de directeur indien nodig en zorgt daarmee voor de continuïteit. De dagelijkse leiding van het centrum berust bij hem, hij stuurt het personeel aan, hij bewaakt het budget en het programma en zorgt voor de begeleiding van de sectormedewerkers. Beide functies kunnen ook samen in één baan verenigd zijn.

2 parttime programmeurs/organisatoren, p.r. en educatieve medewerkers.

2 (parttime) technische beheerders. Zij zijn verantwoordelijk voor de theatertechniek en indien mogelijk de ict (functies zijn mogelijk uit te breiden of te combineren met lessen aan de opleiding “Sound & Vision”).

2 parttime gebouw- en horecabeheerders (functies zijn mogelijk uit te breiden/ te combineren met andere gebruikers zoals de bibliotheek en het ijzermuseum).

2 parttime administratieve krachten (functies zijn mogelijk te combineren met frontoffice functies; receptie-informatiecentrum tevens kaartverkoop, educatieve- en/of bibliotheek-werkzaamheden).

Voldoende schoonmaakpersoneel (dit kan ook uitbesteed worden aan een extern bedrijf).

Acties tot nu toe:

Tot nu toe zijn de volgende acties ondernomen door ondergetekende:

Het initiatief tot samenwerking met het ROC Rijn IJssel, de voorbereidende gesprekken en de voorbereiding van de tekening van de intentieverklaring met de beide ROC’s.

De gesprekken met de Smeltkroes, met als uitkomst de bereidheid om gezamenlijk het podiumdeel van het cultureel cluster te gaan runnen en invullen.

Research bij andere podia, gesprekken met diverse geïnteresseerde partijen.

Gesprekken met de muziekschool Doetinchem, de Uithoektheaters, DOC Stap.

Het schrijven van deze voorzet, die uiteindelijk moet leiden tot een concreet ondernemingsplan.

Gesprekken met de wethouders, architecten e.d., waardoor ’t Pakhuus een prominentere plek (begane grond) in het complex heeft gekregen.

Het uitwerken en vertalen van het participantenschema en van de invulling van het cluster naar een relatieschema en een ruimtelijke invulling, uitmondend in een eerste voorlopig schetsontwerp medio juni 2006.

Reacties op de plannen:

Publicatie over deze ideeën hebben tot een stroom van positieve reacties geleid van zowel de politiek/gemeente Oude IJsselstreek, Stg. Boei als van diverse scholen. Zo wil het DOC stap (een commercieel opleidingsinstituut met veel (bedrijfs-)opleidingen voor volwassenen) ook graag een rol spelen in het nieuwe centrum. DOC Stap zou heel goed een rol kunnen spelen in het creëren en begeleiden van werkplekken voor schoolverlaters. Tevens zouden zij de vroegtijdige schoolverlaters van de deelnemende opleidingen die meedoen, alternatieven kunnen bieden in het centrum en een intensievere begeleiding kunnen geven, zulks met steun van de uitkerende instanties en de gemeente. Een werkmethode van DOC Stap is het opstarten van fictieve bedrijven met studenten, die wereldwijd handelen in fictieve producten. DOC Stap zou in het cultureel cluster wellicht ook een paar “echte” bedrijfjes kunnen starten met haar studenten; denk aan een P.R. bedrijf, een kunstenaarswinkel in het complex (en ook op internet) waar kunstwerken van de regionale kunstenaars en van eventuele studenten te koop zijn. Het is bovendien verstandig om serieus te onderzoeken of er binnen het hele complex ook een cultureel bedrijfsverzamelgebouw op te zetten is, met bijvoorbeeld een audiostudio (die de scholen dan weer terug huren) bijvoorbeeld in overleg met Optimaal FM, De Silvox studio en de T3 studio, een grafisch ontwerp bureau (voor de affiches, flyers, website, dit kan ook een DOC-bedrijfje zijn), etc.

Inmiddels heeft dit plan al geleid tot het ondertekenen van een convenant tussen het ROC Rijn IJssel, het Graafschapcollege, de Stichting Boei en de gemeente Oude IJsselstreek, waarbij partijen met elkaar zijn overeengekomen dat zij gedurende 10 jaar (vanaf de oplevering) gezamenlijk een groot aantal (80-100) dagelijkse praktijkwerkplekken zullen realiseren in een groot aantal sectoren.

Het Graafschapcollege en ROC Rijn IJssel hebben inmiddels dus in elkaars werkgebied de krachten gebundeld en afgesproken om in Ulft gezamenlijk op te gaan trekken en ieder het beste van de opleiding daar neer te zetten.

Zo zal Rijn IJssel naast Sound en Vision en Multimedia ook voor de opleidingen Dans en Artiest praktijkwerkplaatsen en uitvoeringsactiviteiten gaan opzetten in Ulft.

Het Graafschapcollege zal o.a. praktijkwerkplekken op het gebied van horeca en beveiliging gaan realiseren. Beiden gaan samen kijken naar een opleiding voor een heel nieuw soort allround evenementenmedewerker. Ook op sectoren als administratie, public relations, receptie e.d., wordt nog geprobeerd werkplekken te realiseren. De ROC’s zouden ook door middel van leerlingenbouwplaatsen een heleboel geld kunnen besparen bij het opknappen van het gebouw. Beide ROC’s hebben schilder-, timmer- en metaalopleidingen, constructietechniek, tekenopleidingen etc.

We zouden dus veel leerlingen kunnen inzetten bij het opknappen van de gebouwen. Dit is voor hen ook leerzaam en interessant omdat ze zowel met oude als nieuwe bouwstijlen en technieken te maken krijgen. Ten behoeve van het gehele complex zouden we met de ROC’s eigenlijk moeten proberen om af te spreken dat zij het cultureel cluster als het ware “adopteren”, waarbij ze bijvoorbeeld 10 jaar lang het onderhoud (schilderwerk, timmerwerk, metaalconstructies e.d.) uitvoeren tegen betaling van een vergoeding (o.a. voor materialen) door Stg. Boei. Boei zou in ruil hiervoor excursies naar andere panden in Nederland en lezingen van architecten e.d. kunnen organiseren voor de scholen.

We zouden tevens de opleiding AOC uit Doetinchem bij het plan kunnen betrekken. Zij kunnen de aanleg en het onderhoud van de groenvoorzieningen voor hun rekening nemen.

Invulling van de programmering door opleidingen:

Naast de opleidingen “Dans” en “Artiest” e.d., kunnen ook de muziekscholen een stuk invulling van de programmering verzorgen met cursussen, workshops, maar ook met muziekuitvoeringen.

Ik zou ervoor willen pleiten om actief op zoek te gaan naar opleidingen die op het gebied van programmering wat te bieden hebben (denk bijvoorbeeld aan modeshows van de Arnhemse mode vakschool, uitvoeringen van studenten van de rockacademies in Tilburg en niet te vergeten Gronau e.d.). Ook kunstacademies kunnen hun werken in de galerie en in het hele gebouw en in de beeldentuin plaatsen enz. Dit soort programmering geeft ruimte aan jong talent, is innovatief, relatief goedkoop, interessant en kost niet zoveel. Ik denk zeker dat op die manier met relatief bescheiden middelen veel publiek getrokken kan worden.

We moeten ook meer de boer opgaan in Duitsland. Zowel voor de te vestigen opleidingen alsook voor de programmering en het publieksbereik liggen daar veel kansen.

Ook opleidingen net over de grens (muziekschool Kleve) kunnen geattendeerd worden op de mogelijkheden van dit project.

Hoe nu verder:

De komende twee jaar moet aan de volgende zaken nog gewerkt worden:

Uit dit stuk met ideeën moeten nu keuzes gemaakt worden die uiteindelijk moeten leiden tot een meerjaren beleidsplan, waarin culturele en educatieve instellingen samen een spraakmakend cluster van culturele voorzieningen overeind houden, waarin ook veel geleerd kan worden.

Ideeën voor de verdere invulling van de plannen:

Er schijnt een subsidieregeling te bestaan voor lootscholen of loodsscholen of iets dergelijks. Dit zou een regeling zijn voor scholen die educatie met cultuur combineren.

Ook mogelijkheden als een kinderwerkplaats, knutselsmederij (beiden in samenwerking met het ijzermuseum en onder begeleiding van studenten metaal en kunstacademie, een beetje vergelijkbaar met “De Spelerij” in Dieren) moeten onderzocht worden. Er moeten zo snel mogelijk Nederlands- en Duitstalige promotiefolders over het cultuurcluster komen. Ook moet er een site komen, dit is wellicht ook iets voor de multimedia afdeling van één van de deelnemende scholen.

Misschien moeten we eens nagaan of we contacten kunnen leggen met organisatiebureaus (zoals Mojo), exploitatieorganisaties (zoals Van de Ende, die aangegeven heeft in heel Nederland naar uitvoeringsplekken te zoeken voor hun producties) en vergelijkbare instellingen verder weg (Roepaan, Verkade, Van Nelle e.d.) om in de toekomst gezamenlijk interessante programma’s in te kopen.

Vervolgacties binnen Stichting Welzijn Wisch:

Het toewerken naar een model, waarin de podiumactiviteiten op culturele gronden gesubsidieerd worden.

Het geven van een aparte status aan het podium binnen SWW (het uitsplitsen / uitzoeken van de financiële situatie en het verdelen van de middelen en het personeel).

Tevens is de wens te beginnen met:

Het samenstellen van een seizoensprogramma en daaraan gekoppeld het uitbrengen van een programmaboekje en het starten met een voorzichtige vorm van  abonne-mentenverkoop.

Het samen met Sound en Vision en de Uithoektheaters opzetten van een technische ondersteuningspoule voor de theaters in de regio.

Het verder werken aan gezamenlijke Uithoekprojecten als festivals, Uitkrant, website, etc.

Het verbeteren van de website van ’t Pakhuus met foto- en gastenboek, het opzetten van een uitgebreid p.r.-beleid.

Het verbeteren van de infrastructuur in ’t Pakhuus.

Het oplossen van een aantal  knelpunten op beheertechnisch gebied.

Silvolde, 30-3-2006. Update: 10-6-2006. Geredigeerd: 11-7-07

Harry de Kort

Sociaal cultureel werker/ zakelijk leider Pakhuus

Stichting Welzijn Wisch.

SilvoldePediA
Hoofdstraat 85
7061 CH Terborg
E-mail: robbiew52@gmail.com