De familie Berntsen sinds 1906 in Silvolde.
Doordat er meerdere families met dezelfde achternaam in Silvolde woonden werd er een bijnaam aan toegevoegd zodat je wist wie er bedoeld werd. Voor de familie Berntsen werd de bijnaam van de Klaevert toegevoegd. Ze vonden feestjes en bijeenkomsten heel gezellig en bleven plakken (Klaeven) tot het einde.
Opa Albertus Carolus Berntsen en oma Maria Geertruida Berntsen- Dijker waren van 12 december 1905 tot 7 december 1906 de uitbaters van Hotel Wilhelmina in Terborg, tegenover het station op de hoek (het pand waar nu TB events in zit )
Vanuit Terborg vertrokken ze in december 1906 naar de Prins Bernhardstraat 2 in Silvolde, waar op 24 januari 1907 het huwelijk werd voltrokken.
Op de foto boven: Links Oma Berntsen ( Dijker) die met de ton op de kruiwagen naar beneden in de Marktstraat liep, moderne toiletten waren er niet dus het zal geen verrassing zijn wat de inhoud van de ton bevatte… Zou iedereen dan op diezelfde ton gaan zitten?? Geen idee hoe dat vroeger in z’n werk ging..
Op de rechter foto dezelfde oma Berntsen bij de buurtpomp achteraan in de Markstraat bij het Kraaienbos ( richting huidige kermisterrein).
Het echtpaar Berntsen-Dijker werd gezegend met een kinderrijk gezin: 7 zonen en 5 dochters met de welluidende namen:
Willie en Annie tweeling 22-11-1907
Reind 10-05-1909
Grada 07-12-1910
Gert 13-11-1912
Toon 14-07-1914
Marie 15-10-1915
Henk 26-10-1917
Carolien 23-05-1920
Albert 02-07-1922
Frans 06-08-1924
Joop 05-11-1927
Grada, ( tante Grada was later huishoudster bij de notaris in de “Theetuin",
en nog veel later bij Heeroom in de pastorie in Breedenbroek).
C(aro)lien ( roepnaam Clien.. zonde he?? Was zo’n mooie naam toentertijd)
Marie roepnaam Iet
Alle kinderen zijn in de Prins Bernhardstraat 2 geboren. Het huis was eigendom van het bisdom en de familie Berntsen huurde het van de kerk. Regelmatig werd er aangebeld en dacht men dat het de pastorie was.
O.J.W. ( Oswald) Egging kwam uit ’s-Heerenberg en leerde Carolien Berntsen kennen in WO II, ze trouwden op 1 oktober 1942.
Het echtpaar kreeg twee kinderen, Marja en haar broer Frank zijn in ’s-Heerenberg geboren en zij hebben hun vroegste jeugd dan ook in ’s-Heerenberg doorgebracht bij oma Egging. Marja herinnert zich nog vaag dat haar vader verhalen vertelde over het ruilen van de echte roomboter in Emmerich.( ’s-Heerenberg is immers ook een grensplaatsje).
Terug naar Silvolde... oma Berntsen verzorgde haar zieke man ( die vroeg is gestorven) terwijl er nog drie ongetrouwde zoons in huis woonden. Dientengevolge zag oma zich genoodzaakt om haar dochter Carolien te vragen om terug te komen vanuit s' Heerenberg naar Silvolde en haar te helpen met de drukke huishouding. Dit was vroeger heel normaal, het hele hebben en houden werd opgepakt en er werd bij de Pr. Bernhardstraat 2 ingetrokken.
Dit was in 1949, Frank was toen bijna vijf jaar oud en Marja was weliswaar pas drie maar herinnert zich eigenlijk nog best wel veel van die tijd.
De ouders van Marja vonden dat ze oma Egging in de steek lieten, daarom gingen ze elke week op de fiets in het weekend naar 's-Heerenberg 'n bezoekje brengen aan oma Egging. Frank bij zijn moeder achterop en Marja bij haar vader.
Op de foto: Ome Joop Berntsen, de jongste van het stel en de latere veehandelaar. Ome Joop vertrok in 1949 naar Indië om daar te vechten voor Volk en Vaderland. Soekarno riep na de capitulatie van de Japanners de onafhankelijkheid van de republiek Indonesië uit en de Nederlandse regering weigerde zich daarbij neer te leggen dus weer strijd terwijl WOII amper achter de rug was.
Even terug op de andere broers: er waren zeker vier handelaren, drie in de koeien en kalveren en ome Toon handelde in de geiten. Ome Toon had ze dan ook in alle kleuren en wilde je iets anders deed hij er gewoon een kleur af.
De heren gingen in alle vroegte al naar de markten in Utrecht, Zwolle en Doetinchem en als de handel goed was verlopen en ze op tijd thuis waren dan werd er, onder heel veel kabaal, sterke verhalen en vooral heel veel pret, een kaartje gelegd ! Hartenjagen.. de pannen lichten zich maar het was altijd feest
Niet alleen de handel maar ook het motorrijden zat de mannen van Berntsen in het bloed, Eric Berntsen herinnert zich dat zéker ome Toon en ome Joop fervent motorrijders waren en al in de vroegste jaren naar de TT in Assen gingen . ( De eerste Dutch TT werd al gehouden op zaterdag 11 juli 1925 ).
Een oom die geestelijke werd, noemde men Heeroom.
Heeroom Frans werd na de priestewijding benoemd door de bisschop in Pannerden als kapelaan. Verder was hij ambassadeur voor het toerisme in Silvolde, hij was trots op zijn afkomst en kwam jaarlijks met allerlei gezelschappen naar Silvolde en die werden verwend door zijn zus Carolien.
Marja droeg vroeger altijd zelfgebreide kleding. Haar moeder breidde die zelf het was geen vetpot in huize Egging - Berntsen. Er was altijd een broekje in dezelfde kleur bij, daar werd ze mee gepest door haar ooms.
Hierboven nog een afbeelding van het huis aan de Prins .Bernhardstraat 2: een heel groot huis met vier slaapkamers en een zolder waarbij je door de pannen heen gewoon de blauwe lucht zag.
Dit betekende dus ook dat, door de gierende sneeuwstormen in de winter, de hele zolder vol lag met sneeuw die wij met z’n allen moesten ruimen, en in grote teilen naar beneden sjouwen om het vervolgens buiten weer neer te kiepen. Het fenomeen dakisolatie was iets van veel later !
Het waren steens muren zonder spouw en de kamers van het huis waren betengeld (voorzien van een latwerk van smalle latjes) met daarop linnen geniet. Behangen was een moeilijke klus, je kon niets rechtstreeks tegen de wanden zetten want die waren flexibel vanwege het linnen. Als iemand per ongeluk met een stoel er tegenaan ging zat er ook gelijk een gat in. Dat werd even bijgewerkt door mijn vader met ’n stukje behang. De restjes behang werden dan ook netjes bewaard, die kwamen vaak van pas.
Een heel koud en vochtig huis, wat niet goed was voor ieders gezondheid.
Het huis werd verwarmd door kachels.
In de 2 keukens stond een T- Kachel. Balsemien van Pelgrim uit Gaanderen, In de vorm van een T. Je kon er de was aan hangen of een houten droogrek erom zetten.
In de luxe kamers stond een mooie kachel met daarachter een schouw met mooie tegeltjes.
Die heeft mijn vader eruit gesloopt toen het huis werd afgebroken.
Tot op de dag van vandaag gebruik ik diverse tegeltjes als onderzetter.
Over het gebruik van kolen en briquetten maar niet te praten. Die kon je niet aangesleept krijgen.
Bij de firma Bieleveldt waren we een goeie klant. Joep, een van de werknemers kwam vaak de straat over steken met een zak kolen of mijn vader haalde het zelf op.
Riolering was er toen niet zodat de “beerput” regelmatig diende te worden geleegd, een taak die aan Herman Rougoor ( tevens dorpsomroeper en stratenveger.. multifunctioneel persoontje ) was toebedeeld.
Marja Egging vertelt:
Wat Marja zich nog goed herinnert was dat het altijd een zoete inval was bij familie Berentsen - Egging " dagelijks werden we dan ook door de volgende personen bezocht:
en de twee kapelaans van de Mauritius parochie bezocht om koffie te drinken
en natuurlijk werden daar alle dorpsgeheimen en de laatste nieuwtjes uitgewisseld.
In welke volgorde ze vertrokken weet Marja niet meer maar de drie laatste zonen trouwden toen ze nog geen tien jaar was:
Ome Toon ( van de geiten) trouwde met Dinie Bourgondiën ( ik heb d’r een van adel zei ome Toon altijd) en die kwam ook weer bij ons inwonen aan de linkerkant van het huis.
Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren : Ria, Francien en Tonny.
Rond de geboorte van Tonny is het gezin naar de Julianastraat vertrokken en daar ook altijd gebleven. Bij ome Toon speelden zich altijd allerlei avonturen af er stond een heuse pipowagen in de achtertuin.
Ome Joop, de jongste trouwde met Annie Koster uit Ulft, in het begin woonden ze in Gaanderen, later aan de Berkenlaan, nog later in de Julianastraat en tenslotte in de Schaepmanstraat. Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren: Jos, Marion, Astrid, Ellen, Eric, Guido, Petra en Jurgen.. Op Jos na zijn ze allemaal in de buurt blijven wonen.
Ome Albert en tante Riet Jansen vertrokken naar Dinxperlo en ook hun huwelijk werd gezegend met negen kinderen.
In plaats van een leeg nest bleef het nog steeds een zoete inval: elke zondag kwamen al mijn ooms en tantes meestal na de Hoogmis mét hun kinderen op bezoek bij oma Berntsen ! Aan het einde van de rit waren we dan ook met 45 neven en nichten… nu maar even niet meer doortellen…
Op zaterdag was het altijd feest dan werd er brood en krentenbrood op de keukentafel gekneed, dat was toen heel gewoon. Bakken van het brood gebeurde niet thuis maar bij de bakker, die hoefde de oven immers maar één keer aan te steken, als de broden klaar waren mochten wij ze naar bakker Ten Have ( ook toen al ) brengen om af te laten bakken.
Frank en Marja deden dit met plezier want ze kregen altijd wel een stukje ouwel ( eetpapier) of een gebroken koekje. Mijn moeder maakte dan ook elke zaterdag een enorme pan soep voor iedereen. Gezelligheid kende geen tijd…
De zondagen waren ook al niet minder gezellig: de versgebakken broden werden zelf gesneden en dan lekker dik besmeerd met roomboter en met zelfgemaakte leverworst, zult, rauwe ham en er werd balkenbrij bij gebakken ( allemaal uit eigen slacht). Vader Egging kon goed uit de hand de ham snijden, er was geen snijmachine.
Daarna bleef het een zoete inval. Al mijn ooms en tantes kwamen wekelijks met neven en nichten op zondag naar oma Berntsen.
Elk jaar werd er dan ook een varken geslacht en deze werd dan ook, ontdaan van alle ingewanden voor de worst en de balkenbrij etc. pontificaal opgehangen aan een ladder die voor het huis stond! Heel normaal toen.. moet je tegenwoordig eens mee komen.. en er werden écht geen kapjes en handschoenen gedragen tijdens het verwerken.
Mijn moeder kon heel goed koken: alle worstsoorten werden zelf gemaakt volgens oud familierecept, en de hammetjes, schinken, gingen in de pekel ( een x aantal weken, en werden daarna opgehangen ” in de wim ” om te drogen.
De wim: Als je naar de kelder liep zat boven je hoofd de trap naar boven. Er was een soort van halletje voor de kelderdeur, daar zat ook een deur naar de gang. De treden die in dat halletje zichtbaar waren werden voorzien van haken, daar konden de worsten drogen. Als het hammetje uit de pekel kwam, werd de ham in een witte kussensloop gestopt dat was tegen het lekken. Anders kwam het sap op de vloer. Logisch, als het begon te lekken dan kwam er een schone sloop om.
Het varken werd in stukken gesneden ( hapklaar) en in plastic zakjes gedaan en er werd een handgeschreven etiketje opgeplakt. Niet iedereen had toen nog een vriezer maar slagerij Hetterscheidt ( zie afbeelding) verhuurde boxen (kluisjes) in een groot soort van koelhuis. Frank en ik mochten de pakjes vlees wegbrengen : eerst in het snel vriesvak en daarna terug in de gehuurde box. De hele ruimte was erg donker en koud, en…dit zal voor heel veel mensen herkenbaar zijn, ik wist niet hoe snel ik er weer uit moest komen omdat ik altijd bang was dat de dikke deur dicht zou vallen waardoor ik opgesloten zou worden.( heel mijn leven.. snik… )
Mijn moeder kookte graag en ging ( zoals dat vroeger gebruikelijk was) koken bij de buurvrouw ( Mieneke Harbers) voor bruiloften en partijen. De boodschappen werden gehaald bij kruidenier Wunderink ( later bij Thea ten Have)
Zoals al eerder aangegeven stond ons huis naast Het Patronaat (1915 - 1965) dat een soort van gemeenschapshuis was. Mijn moeder heeft vaak verteld dat ze daar, in haar jeugd, toneelstukjes opvoerden en andere culturele uitspanningen bezocht.
Begin zestiger jaren was Het Patronaat heel erg verwaarloosd maar er was geen geld om het op te knappen en het is toentertijd, in de nadagen, ook nog een poosje gebruikt als leslokalen van de toenmalige huishoudschool en zelfs de bibliotheek werd er nog een poosje gehuisvest.
Mijn vader had de sleutel van het gebouw en hield, omdat hij schilder van beroep bij Neerlandia was, het schilderwerk een beetje bij.
Wij speelden vaak in het grote gebouw vooral als neven en nichten op visite kwamen op zondag. Mocht eigenlijk niet...... maar wat hebben we er leuke herinneringen aan over gehouden.
Toen Het Patronaat in 1965 afgebroken werd bleef het huis nog enkele jaren staan.
Oma Berntsen woonde er nog steeds, ze werd later ziek en thuis verzorgd, hoofdzakelijk door mijn vader.
In 1967 is oma op 83 jarige leeftijd overleden. Al die jaren hebben wij samen met oma ( en in het begin nog met drie broers van mijn moeder) in het huis gewoond.. Stel je toch eens voor… Zou in deze tijd nauwelijks denkbaar zijn.
Later, in oktober 1967 waren mijn ouders 25 jaar getrouwd, en voor het eerst woonden wij alleen met ons gezin in dat hele grote huis. Het zilveren huwelijk van onze ouders werd groots gevierd: eerst zoals dat toen gewoon was een Heilige Mis uit dankbaarheid en daarna feest bij Café het Molentje.
De kerk gaf na het overlijden van oma aan dat het huis afgebroken zou worden, met als reden dat het uitzicht vanuit de Prins Bernhardstraat richting Ulft en Terborg té gevaarlijk was. Mijn ouders konden naar een andere woning gaan zoeken.
In verband met de veiligheid werd het kruispunt aangepast maar Hotel/Restaurant Harbers stond er nog steeds en dat was ons inziens de oorzaak van de onoverzichtelijkheid van het kruispunt.
Later toen het pand van Harbers afbrandde kwam er eindelijk een kruising die goed te overzien was. En inmiddels is er, zoals bekend, alweer heel veel veranderd op die kruising.
Toen het huis was afgebroken werd er 'n fontein gemaakt en 'n kleine parkeerplaats.
Het kruispunt werd aangepast maar Hotel/Restaurant Harbers stond er nog steeds en dat was voor ons de boosdoener. Mijn ouders zijn weggejaagd met een smoes.
Mijn vader kocht in 1967 het huis aan de Silvoldseweg 70, in Terborg (Parochie Silvolde), dat in mijn ogen een soort van klein boerderijtje was. ( Ik denk omdat er van het varkenskot een badkamer werd gemaakt) . Buiten stond een schuurtje waar de varkens naar buiten konden lopen en dit werd verbouwd tot een soort van berging. De verbouwing werd uitgevoerd door mijn vriend en een handige kameraad van hem.
Naast en achter het huis stond een grote boomgaard waar wij gebruik van mochten maken. Heerlijke appels, peren, kersenbomen en zelfs een grote notenboom. Is toch helemaal geweldig ! Elk seizoen lekker hapjes uit de tuin . Na verloop van tijd kreeg mijn moeder heimwee en ze keerden toch weer terug naar het dorp zelf.
Ze gingen wonen in het 1e flatgebouw 'Weide Blik' van Silvolde,
boven Spekschoor de schoenenzaak en de bloemenzaak van Bartriek.
Later toen Harbers afbrandde kwam er eindelijk een kruising die goed te overzien was.
Toen de brand bij Harbers woedde, (1980) woonden mijn vader Oswald en moeder Carolien al in het appartement.
Ik weet dit nog goed omdat wij toen op camping Marveld stonden in Groenlo. Frank en Ans met kinderen Marieke en Tom waren toen op visite bij ons.
Toen dat nieuws kwam, gingen…….
Mijn broer Frank en mijn man Theo gelijk naar Silvolde, naar mijn ouders die er tegenover woonde. We wisten niet hoe erg het was, misschien evacueren.
Door de brand was het zo warm dat ze in eerste instantie niet op het balkon konden staan, later wel.
Enkele ramen sneuvelden. Best heel gevaarlijk.
Wij zijn in 1970 getrouwd voor de wet, voor de kerk in 1971, en gingen in de Kwartelstraat op nummer 4 wonen, misschien ook wel leuk om een klein stukje over mezelf te vertellen..
Zelf heb ik Silvolde verlaten in juli 1976 en verhuisde met mijn manTheo Geertsen
en zoon Michel (1972) naar Roosendaal N.B. En mijn moeder had weer.. jawel hoor… heimweeeeee.. toen haar enige dochter uit het dorp Silvolde vertrok.
In 1978 werd onze dochter Esther geboren, inmiddels ben ik de trotse oma van 3 kleinkinderen, Sanne, Duuk en Donna en binnenkort word ik zelfs al overgrootoma.
Helaas is mijn enige broer Frank op 68 jarige leeftijd overleden.
Mijn vader op 13 februari 2012 en Frank op 17 februari 2012.
Ongelooflijk vader en zoon samen in een ruimte in het mortuarium in Rheden.
Ik hoop jullie een beetje te hebben vermaakt met een kleine reis door de tijd en een terugblik op mijn jeugd in Silvolde".
April 2022 de familie Berntsen staat weer in de startblokken. Nog een paar weken en dan wordt het weer tijd voor het enige echte Familie Berntsen weekend !
----------------------------------------------------------------------------------
Auteur: Robbie Wolters
Fotomateriaal: John Liebrand
Dit verhaal kwam tot stand met de medewerking van:
Marja Egging - Berntsen (dochter van Carolien en Oswald Egging Berntsen)
Maya en Eric Berntsen van rijschool Eric Berntsen Marterhof 26 in Silvolde
Archief Theo Willemsen Terborg