Antonius Herman Ankoné is in Oldenzaal geboren op 13 november 1918, hij was de middelste van drie kinderen.
Zijn jongste broer Johan kwam op de laatste dag van de oorlog in Indonesië om het leven en zijn oudste broer Henny was tot aan zijn pensionering werkzaam in Curacao bij de marechaussee.
In het voorjaar van 1944 werd Herman overgeplaatst van Zuid-Limburg naar Beek.
Gebruikmakend van de vrijheden die zijn functie van marechaussee hem gaven, is Herman actief geweest in het verzet. Hij fungeerde als commandant van de verzetsgroep in Beek, waarin toen Wim Moorman en Clemens Berntsen de belangrijkste personen waren en zorgde zo voor het contact tussen zijn groep en Jan Houtsma in Doetinchem. Ook stond hij in contact met kapitein Höpink in Giesbeek. De groep Beek had een schuilplaats op de zolder van een schuur van de vader van Clemens Berntsen in Loerbeek. De schuilplaats werd eind januari 1945 ontmanteld nadat Wim Moorman in Dokkum was geëxecuteerd.
In september 1944 dook Herman onder bij Nijenhuis in Loerbeek maar na overleg met andere politiemannen keerde hij terug in het belang van de Berghse bevolking.
In de nacht van 27 op 28 mei 1944 werd een groot deel van de verzetsgroep Groep Capetti opgepakt, Mieke Capetti heeft daarna samen met enkele andere verzetsmensen een nieuwe verzetsgroep voor hulp aan onderduikers opgezet. Herman Ankoné werd genoemd als lid van de groep.
9 november 1944 is een spion geëxecuteerd binnen de verzetsgroep Beek, met strootjes trekken werd er geen kandidaat gevonden om dit te doen het vonnis werd voltrokken door de Brit George Kelly.
Wim Moorman is door de Duitsers geëxecuteerd in Dokkum op 22 Januari 1945, op 26 mei 1945 is Wim herbegraven in Beek. Hierbij heeft een peloton van de Binnenlandse Strijdkrachten onder commando van Herman een eresalvo afgevuurd.
Herman maakte in oorlogstijd gebruik van de schuilnaam El Capone.
In de oorlog was Herman in de kost bij de familie Berndsen in Loerbeek. Op 22 april 1946 is hij voor de burgerlijke stand met hun dochter Marietje getrouwd en op 15 oktober 1946 was de kerkelijke inzegening.
Voor zijn verzetswerkzaamheden heeft Herman onderscheidingen gekregen Uit Amerika, Engeland, Frankrijk en Nederland.
Na de bevrijding was Herman hoofd van de Politieke Opsporingsdienst afdeling Bergh, hij was daar werkzaam tot 1949.
1949 tot 1957 was hij werkzaam bij de politie in Zevenaar.
1957 tot 1974 werkzaam bij de politie in de gemeente Wisch.
1974 tot 1978 werkzaam bij de politie in de gemeente Gendringen.
Door zijn belangstelling voor het CDA en zitting in de raad van de gemeente Wisch was het niet mogelijk om in dezelfde gemeente te werken. De laatste vier jaar voor zijn pensionering was hij werkzaam in Ulft.
Herman Ankoné overleed op 23 december 1983 thuis aan de Ulftseweg 102 in Silvolde aan een hartstilstand en werd begraven op de r.-k. begraafplaats in Silvolde. Het was op de trouwdag van zijn dochter Annemarie. Op zijn grafsteen zit een kleine plaquette van de “Royal Air Forces Escaping Society” (RAFES). Dit was een vereniging van vliegeniers van de luchtstrijdkrachten van het Britse Gemenebest die na te zijn neergeschoten met hulp van de illegaliteit konden terugkeren naar Groot-Brittanië. RAFES heeft bestaan van 1945 tot 1995 en werkte samen met verenigingen van pilotenhelpers in de landen die door Duitsland bezet waren geweest. In Nederland was dit onder andere de Nederlandse Vereniging van Pilotenhelpers uit de Tweede W “The Escape”, die van 1970 tot 2004 heeft bestaan. Gestorven leden van The Escape konden van de een plaquette op hun grafsteen krijgen. Op het embleem van de RAFES staat de latijnse spreuk “solvitur ambulando”: Wat betekent: al lopende wordt de oplossing gevonden.
De typemachine die Herman in oorlogstijd gebruikte voor het vervalsen van documenten en zijn politiepet zijn nog in het bezit van de familie Ankoné.
Bronnen:
www.berghapedia.nl
Foto’s:
Archief familie Ankoné
Collectie Jan Meurs