foto Ulftseweg 106 uit 1930
Ulftseweg 106 te Silvolde werd gebouwd door Gradus Johannes Liebrand, die daar in omstreeks 1927 met zijn vrouw Anna Maria Kinnaer en gezin, met 6 kinderen, introk.
De kinderen van Gradus en Anna zijn allemaal geboren op de Bergstraat nr: 11. (Nu de Heuvelstraat in Silvolde)
Gradus Johannes Liebrand
Gradus werkte als emailleerder op de DRU in Ulft.
Daarnaast was hij een verwoed duivenmelker en varkensfokker.
Hij was dan ook altijd op de veemarkt in Silvolde te vinden waar hij biggen verkocht en inkocht om vervolgens weer met winst door te verkopen.
Anna Maria Kinnaer
Als hij daarvan dan weer terug kwam, stond moeders de vrouw, Anna, al met
haar handje klaar om de verdiensten in ontvangst te nemen.
Zij had niet alleen de broek aan, maar beheerde ook het financiële plaatje van het gezin.
Johannes Bernardus Hendrikus Liebrand (Jan)
5e geborene en jongste zoon.
Jan liet zich op 22 jarige leeftijd, In september 1945, Inschepen om de vrede en de orde te bewaren in Nederlands Indië.
Hij werd voor 1½ jaar in Jakarta gelegerd. Hij werd daarna overgeplaatst naar Soerabaja.
In juni 1948 vertrekt hij weer terug naar Nedereland
Karel Petrus Jansen Sophia Theodora Pereira
18-08-1890 † 18-06-1945 16-10-1892 † 03-06-1993
Geboren te Haarlem (NLD) Geboren te Pengaran (NI) (Borneo)
Karel was werkzaam op een vrachtschip dat regelmatig uitvoer naar verre landen. Ergens in de tweede decennia van de 20e eeuw voer Karel met een vrachtschip naar de haven Tandjong-Priok in de toenmalige Batavia NI.
De stemming aan boord was zeer grimmig want de bemanning was zeer ontevreden over de werkomstandigheden en de betaling daarvan. Eenmaal in de haven aangelegd werd het werk direct neergelegd en begon de bemanning te staken omdat ze vonden dat ze te weinig betaald kregen voor het zware werk waar ze al zo lang mee bezig waren. Ze verlieten het schip in afwachting van….
Echter de bemanning kreeg geen poot aan de grond en werd dus gedwongen aan land te blijven. Zo ook Karel.
Hij zocht onderdak en kwam in een hotel terecht waar zijn toekomstige vrouw Sophia Theodora Pereira als linnenjuffrouw werkte.
Ze leerden elkaar kennen en werden verliefd op elkaar voor het leven.
Op 16-01-1920 traden Karel (oud 29 jaar) en Sophia (oud 27 jaar) in het huwelijk in Semarang.
Karel vestigde zich in Jakarta en koos als loopbaan het beroep van “Werktuigkundig opzichter”. Naast zijn werk deed Karel nog heel veel andere dingen. Zo fungeerde hij ook als ambulancechauffeur en stond hij altijd klaar voor zijn medemens.
Hij zorgde goed voor zijn gezin en bracht veel tijd met ze door. Als hobby speelde hij graag op zijn accordeon. Hij was vaak te vinden op vele kermissen en feestjes waar hij velen opvrolijkte met zijn muziek.
foto boot "Corrie"
Omdat Karel over vele zeeën heeft gevaren bleef de passie voor het water bestaan. Hij bezat een eigen boot genaamd “Corrie”, benoemd naar zijn jongste dochter, waarop hij vele uren heeft doorgebracht.
Karel en Sophia werden de trotse ouders van 6 kinderen en woonden gelukkig samen op de Petodjo Dwarsweg nr. 24 in Batavia.
Johanna Charles Olga Els Mathilda Cornelia
Als in januari 1942 de Japanners het land binnenvallen en het KNIL leger capituleert, worden vele Europeanen meegenomen en in krijgsgevangenen- of burgerkampen gevangen gezet. Vele Nederlanders en geallieerde krijgsgevangenen werden onder dwang aan het werk gezet, onder meer aan de spoorweg.
Karel wist zich al die jaren te verbergen voor de Japanners om zo aan dit lot te ontkomen.
Zoon Charles was in zijn jonge jaren wel eens met vrienden op pad, met een geweer, om wat wild te jagen. Maar in de loop der jaren is dat verwaterd en kwam het geweer op zolder te liggen waar het door iedereen werd vergeten.
Ergens in april van het jaar 1945 moest Karel op zolder zijn maar merkte dat het electra daar niet meer deed. Hij huurde een Indiër in om het na te laten kijken. Deze treft op zolder het vergeten geweer aan, dat inmiddels door verwaarlozing en roest, onbruikbaar is geworden.
Desondanks meld deze Indiër het aan de Japanners die op hun beurt direct een inval doen in de woning van Karel en zijn gezin. Wapenbezit was immers ten strengste verboden.
Het geweer werd gevonden en ook bleek Karel zich al die jaren ontrokken te hebben aan de arbeidsplicht. Karel wordt in hechtenis genomen om meegenomen te worden naar kamp Tjikoedapateuh.
De dienstdoende Japanse commandant bleek een man met het hart op de juiste plaats en gaf Karel een paar uur, dus ruimschoots, de tijd om zaken te regelen en afscheid te nemen van zijn gezin.
Deze tijd benutte Karel om ieder gezinslid een gordel te laten maken met daarin munten verstopt die in geval van nood gebruikt mochten worden. Karel hoopte op die manier zijn gezin goed en zonder geldzorgen achter te laten.
Onder begeleiding werd Karel afgevoerd naar kamp Tjikoedapateuh in de hoop ooit zijn gezin weer terug te zien.
Maar helaas was dat een verloren hoop. Naar verluid is Karel in dit kamp mishandeld en gemarteld omdat men dacht dat hij een spion was.
Komt bij dat Karel geen rijst kon verdragen. Zijn vrouw hield daar rekeneing mee en kookte doorgaans een Hollandse pot voor hem.
In het kamp werd daar geen rekening mee gehouden en kreeg Karel alleen maar rijst te eten.
Daardoor leed hij aan ernstige dysenterie. Hij verzwakte in ernstige mate en al snel werd hij opgegeven.
Karel was zo zwak dat men hem al, voordat hij stierf, in het mortuarium plaatsten. Hier lag hij tussen de reeds overledenen te wachten en lieten hem daar gewoon wegkwijnen tot hij zijn laatste adem zou uitblazen.
Tijdens dit hele gebeuren week de beste vriend van Karel, Kamphuis genaamd, niet van zijn zijde. Kamphuis bleef bij zijn vriend tot aan zijn laatste ademstoot. Gelukkig overleefde deze vriend wel het kamp en de oorlog.
Karel overleed op maandag 18 juni 1945 te Bandoeng, 15e Bat. Tjikoedapateuh op de leeftijd van 54 jaar. Twee maanden voor de bevrijding en is begraven op….
“Nederlands Ereveld Pandu” te Bandung Vak/Rij/Nummer IV 386
Een Japans soldaat kwam aan huis bij Sophia op het droevige nieuws mede te delen.
De meest recente foto’s van:
Sopia overleed, op 100 jarige leeftijd, 1 dag na haar schoonzoon, Dirk Appel (Boy), waar ze al jaren lang bij inwoonde en waar ze liefdevol werd verzorgd, door hem en haar dochter Cornelia, tot aan haar dood.
Sophia overleed in de ochtend van donderdag 03 juni 1993 in de Bloemstraat 27, IJsselmuiden.
Mathilda Petronella Jansen (Tilly)
Als 16/17 jarig meisje werkte Mathilda, de op 1 na jongste dochter van
Karel en Sophia Jansen, in “Hotel de Galaries” in Batavia.
Ze moest van de Jappen aan het werk.
Ze heeft daar tot een half jaar voor haar trouwen in 1947 gewerkt
als naaister, kassiere en tenslotte als telefoniste.
Trouwfoto Jan en Tilly 12 augusrus 1947
Als een bekende van haar in augustus 1945 in het ziekenhuis beland gaat zij met regelmaat bij deze op bezoek. Zo wil het dat zij bij het verlaten van het ziekenhuis, samen met een vriendin, onderweg bij een spoorwegovergang Jan Liebrand met een paar van zijn maten tegen het lijf liep.
Ze werden aangesproken met de vraag of ze wisten waaar ze sigaretten konden halen. Omdat er zojuist vlakbij de spoorwegovergang nog werd geschoten liepen Jan en zijn maten mee tot aan het huis waar Mathilda woonde, dit ter beveiliging van de meiden.
Eenmaal thuis vraagt haar moeder of dit neven zijn uit Nederland. Karel, de man van Sophia en vader van Mathilda, komt tenslotte uit Nederland. Mathilda doet verslag dat de heren hen i.v.m. de veiligheid naar huis heeft begeleidt.
Moeder was ze dankbaar voor hun bezorgheid en nodigde de heren meermalen uit voor een bakje koffie.
Zo ontstond er een romance tussen Jan en Mathilda. Intussen wordt Jan overgeplaatst van Batavia naar Soerabaja waar hij tot het einde van zijn diensttijd zal verblijven. In augustus 1947 krijgt Jan een aantal dagen verlof om af te reizen naar Batavia om daar zijn bruiloft te regelen. Zij trouwden op 12 augustus 1947 in Batavia. Direct na de seremonie reisden beiden af terug naar Soerabaja om intrek te nemen op de militaire basis in Soerabaja en betrokken een huisje op deze basis.
foto: Speelmanstraat 48 Soerabaja
Op dit adres verbleven ze tot aan het vertrek naar Nederland op 13 juni 1948
MS Sibajak
Op 13 juli 1948, na een maand op zee op de MS Sibajak, komen Jan en Mathilda aan in de haven van Rotterdam.
Eenmaal terug in Nederland trekken Jan en Mathilda in bij de ouders van Jan, aan de de Ulftseweg 106 in Silvolde.
(toen nog Rijksweg B399).
Jan gaat aan het werk op “Emmalieerfabriek de Ferro” in Gaanderen. Hij werkt daar als stoker tot aan zijn 43e jaar. Zijn hart kon het werk niet meer aan en moest hij rustig aan gaan doen. Jan ging op cursus en werd verzekeringsbemiddelaar bij de “Nezam Nezifo” en “Olfeh”. Dit werk deed hij tot aan zijn dood met veel plezier. Hij was geliefd bij zijn klanten omdat hij veel begrip toonde voor hun situaties en altijd naar een oplossing voor hen zocht.
Jan Liebrand verzekeringsagent op de Heuvelstraat (Bergstraat)
Later neemt Jan het huis over, krijgt het op zijn naam en woont daar tot aan zijn dood op 21 oktober 1988.
Jan overleed in de armen van zijn zoon John na een hartfalen. Het laatste wat hij deed was een mooie orchidee kopen voor zijn vrouw, met de woorden “A.u.b. vrouw, dit is laatste wat ik nog voor je kan doen!”. Nog geen 2 minuten later springt hij in paniek uit de rijdende auto omdat zijn hart het begaf. Hij komt op straat terecht en zijn vrouw rent in paniek naar zoon John om hulp te halen. Nadat de arts en de ambulancepersoneel hun werk hebben gedaan wordt Jan per ambulance en onder begeleiding van zoon John, naar het ziekenhuis in Doetinchem gebracht. Onderweg wordt er gereanimeert, maar helaas mocht dat niet meer baten. Bij aankomst overleed Jan in de armen van zijn zoon.
Mathilda Petronella Jansen (Tilly)
Wat voor Mathilda eerst een sprookje leek, bleek een harde domper. Ze gaat een moeilijk leven tegemoet. Ze wordt niet echt serieus genomen en voelt zich niet geaccepteerd. De Nerderlandse cultuur en het klimaat spelen haar parten.
Ze wordt gezien als “Die zwarte” en wat “Moet die hier”. Ook de Nederlandse bevolking heeft moeite met het accepteren van een donkere buitenlandse, waaronder ook de familie van Jan. Dus al snel zoekt Mathilda andere Indische land/lot-genoten op die, net als zij, na de NI-oorlog naar hier zijn gekomen.
Zo kan ze haar verdriet/heimwee delen met anderen. Maar Mathilda slaat zich er doorheen. Ze heeft haar 4 kinderen en gaat er voor.
Als zij uiteindelijk in 1998 samen met haar zus Corrie terug gaat naar haar geboorteplek, komt ze van een koude kermis thuis.
Dit was eens, maar nooit meer. Het viel tegen. Het was niet meer zoals ze het heeft achtergelaten. Veel spanning en criminaliteit. Én, wat haar het meest tegenviel! Het is absoluut geen schoon land. Ze had anders verwacht, maar desondanks blij dat ze tenminste éénmaal is terug geweest.
Een mooie anekdote is;
Tijdens een uitje in Bandung stopt de buschauffer bij een ereveld. Dit uit respect voor de gevallenen uit de oorlog.
Beide zussen stonden er niet bij stil, maar dit was de begraafplaats van hun vader
“Karel Petrus Jansen”.
Samen lopen ze de begraafplaats op met de videocamera in de aanslag en lopen zo regelrecht op het graf af waar hun vader licht begraven. Voor het eerst na 53 jaar staan ze samen met hun vader weer op één plek.
Beide zussen werden overmand door zowel vreugde als verdriet. Vreugde omdat ze na 53 jaar eindelijk bij het graf van hun vader staan en verdriet van al het gemis, samen met hun vader, van de afgelopen 53 jaar. Het gemis van de liefde en warmte de zorg en de goede raad van hun vader. Ze kunnen het nauwelijks bevatten.
Foto Gerty, Karel Mathilda en John
Jan en Mathilda krijgen 4 kinderen. Ze hebben allemaal hun jeugd op de Ulftseweg doorgebracht totdat ieder zijn eigen weg gingen.
De meest recente foto’s van:
Jan Tilly
Het huis aan de Ulftseweg 106 werd in 1996 verkocht aan de Hr Tilman uit Mechelen.
Het huis heeft in de loop der jaren een aantal keren een andere uiterlijk gekend.
Hieronder een paar van deze veranderingen.
Brandverzekering polissen:
Ulftseweg 106 op 31 januari 2019
Bron: Familie archief John Liebrand.